Zes manieren om in de klas te werken met vertaalmachines

In een vorige blogpost schreef ik over het gebruik van vertaalmachines in de klas. Op basis van mijn bericht ontstond een discussie op het forum van KlasCement. Collega’s Erik, Hans en ikzelf brachten ondertussen enkele lesideeën samen in een publiek gedeelde Google Slides.

Op deze manier willen we voorbeelden verzamelen waarmee we leerlingen duidelijk kunnen maken hoe ze vertaalmachines en vertaaltechnologie op een goede manier kunnen inzetten in het leerproces. Deze presentatie is nu beschikbaar gemaakt op KlasCement, zodat iedereen ideeën kan toevoegen. De teller staat momenteel op 5 werkvormen en 6 tips.

Zelf een idee toevoegen? Graag!

Heb je zelf nog een idee dat je wil toevoegen aan de presentatie? Je vindt het leermiddel op KlasCement. Je kunt zelf nieuwe tips en werkvormen toevoegen aan de presentatie. Als je niet goed weet hoe dat moet, mag je het idee op de laatste slide noteren, mij een bericht sturen of een reactie schrijven bij het leermiddel op KlasCement.  Je collega’s die vreemde talen onderwijzen zullen je dankbaar zijn!

Rijke taal in de klas

In deze blogpost bespreek ik een filmpje dat ik onlangs opmerkte over het gebruik van rijke taal in de kleuterklas. Een kleuterleerkracht wordt in het filmpje bijgestaan door twee coaches om een taalrijkere omgeving te creëren in de klas.


Ik was erg getroffen door de openheid waarmee deze leerkracht de feedback ontving, er wordt door de coaches immers heel erg ingezoomd op kleine, alledaagse en schijnbaar triviale handelingen, die in onze hoofden niet noodzakelijk verbonden zijn met taal of taalverwerving. Het filmpje is wat mij betreft niet alleen een aanrader voor kleuterleid(st)ers die meer taalrijkdom in de klas willen brengen, maar voor elke leerkracht die op elk onderwijsniveau wil inzetten op taal.

Wat me misschien nog het meest zal bijblijven is het feit dat we met erg kleine ingrepen (bv. het stellen van open vragen en waaromvragen) een groot effect kunnen bereiken op lange termijn. Een van de belangrijkste conclusies uit mijn eigen lerarenopleiding is dat erg kleine veranderingen  (op alle mogelijke vlakken, en dus ook op taalvlak) een wereld van verschil kunnen maken. Het is voor mij de grootste drijfveer om mijn eigen handelen nog elke dag in vraag te stellen en te zoeken naar kleine en haalbare aanpassingen.

Laat ons maximaal inzetten op een taalrijke school. Niet alleen in het kleuteronderwijs, maar op elk niveau, in elke klas.

Krachtige feedback in Fons

Hopelijk kennen jullie Fons al, het vaktijdschrift voor leerkrachten Nederlands uit het kleuter-, lager, secundair, hoger en volwassenenonderwijs. Het prachtinitiatief ontstond een tweetal jaar geleden, ondertussen verschenen er al vijf nummers boordevol tips en lesideeën voor het vak Nederlands. Voor de laatste uitgave van Fons uit november 2017 herwerkte ik een blogpost die ik eerder schreef over de kracht van feedback. Je vindt het artikel hier.

Fons 5
Fons 5 pagina 30-31

Elke school ontvangt een exemplaar van Fons. Vraag er dus zeker naar in de leraarskamer! Ik kijk stilaan uit naar Fons 6…

Meer info?

Hardopdenkend lezen

Hardopdenkend lezen. Deze twee woorden uit de blogpost van Martin Bootsma rond lezen in de klas deden me plots beseffen waarom ik zo enthousiast was over een werkvorm die ik recent opnieuw heb uitgeprobeerd bij het bespreken van literatuur in de klas. En dus besloot ik er deze blogpost over te schrijven.

Klassikaal hetzelfde boek lezen

Op de school waar ik werk was het lange tijd de gewoonte om klassikaal hetzelfde boek te lezen. Leerlingen lazen een boek thuis tegen een vooropgestelde datum, nadien werd het boek in de klas besproken. Vaak werden voor deze boeken de Boektoppers of Lijsters gebruikt. Hoewel ik de keuze van deze boekpakketten vaak kan smaken (dit jaar bestaat de selectie van de Boektoppers voor de derde graad bijvoorbeeld uit onder meer Woesten van Kris Van Steenbergen en Geachte heer M. van Herman Koch), merk ik dat het opgelegd lezen van 4 of 5 boeken per jaar bij vele leerlingen niet werkt. De klassikale bespreking nadien miste daardoor vaak de rijkdom die ik van zo een bespreking verwachtte.

Ik had er helemaal moeite mee dat er na het lezen van het boek vaak een toets over de inhoud gedaan werd. Uiteraard willen we als leerkracht weten of leerlingen de boeken gelezen hebben die ze beweren gelezen te hebben, maar er zijn volgens mij andere manieren om dit te doen dan met een kennistoets. Het gevoel dat ik heb bij deze testen valt nog het beste samen te vatten met deze anekdotische tweet van John Green. Een vergelijkbaar verhaal vind je hier.

Vrije keuze

Om verschillende redenen besloten we vorig jaar van de traditie af te wijken en leerlingen zelf meer keuzevrijheid te geven bij het lezen. Over het algemeen was dat voor mij een erg positieve ervaring. Ik had een eigen leeslijst opgemaakt op basis van een literatuurlijst van de Bibliotheek van Brugge en vele leerlingen maakten dankbaar gebruik van deze lijst om hun literaire horizonten te verbreden.

Toch waren er ook nadelen aan verbonden: hoe zorg je ervoor dat je in de klas nog voldoende rond de ontwikkeling van literaire competentie kunt werken wanneer iedereen een ander boek leest? Hoe ‘controleer’ je als leerkracht wie welk boek gelezen heeft en of dat boek op een voldoende wijze verwerkt is? Welke opdrachten verbind je aan het lezen van de boeken? Welke leerplandoelen worden bereikt via deze opdrachten?

De meeste lesmethodes Nederlands behandelen wel literatuur, maar omdat ze noodgedwongen moeten werken met korte fragmenten, vind ik dat ze onvoldoende diepgang brengen om echt te werken rond de ontwikkeling van literaire competentie. Heel wat leerlingen kennen bijvoorbeeld de definitie van een alwetende verteller of een retardering, maar wanneer ze deze begrippen moeten toepassen op een ongeziene tekst, blijkt dat dit vaak minder gemakkelijk is dan zij denken. Ik zocht dus naar een andere oplossing.

Tussenoplossing

Ik werkte de voorbije twee jaar daarom met een tussenoplossing. De leerlingen lezen een aantal boeken op basis van een leeslijst, en we lezen ten minste één boek klassikaal. De bespreking van het boek dat we klassikaal lazen, greep ik aan om gericht te werken rond literaire competentie.

Om dat te doen, vind ik het belangrijk om in te gaan op voorspellend lezen en het leesgedrag van leerlingen te modelleren tijdens het lezen. Dat is net wat je ook wil bereikend door hardopdenkend te lezen. Wanneer we voorlezen voor kleuters en jonge kinderen, zullen we vrijwel spontaan onze gedachten bij wat er geschreven staat expliciteren:

Wat gebeurt er hier? Waarom doet X dit? Is dat normaal? Wat vind je daarvan? Wat denk je dat er nu zal gebeuren?

Deze technieken kunnen we ook toepassen wanneer we werken rond literaire competentie bij jongeren. Bijvoorbeeld door gefaseerd te lezen. In de volgende paragrafen beschrijf ik hoe ik te werk ging bij het lezen van De Japanse minnaar  van Isabel Allende.

Gefaseerd lezen

Hoe ging ik nu aan de slag met de klassikale boekopdracht? Leerlingen kregen niet de opdracht om het hele boek te lezen tegen een bepaalde datum, maar om het boek gefaseerd te lezen. Bij het laatste boek dat ik op deze manier klassikaal las, De Japanse minnaar van Isabel Allende, deelden we het boek op in 4 delen van ongeveer 80 pagina’s.

Dit lijkt evidenter dan het is. Sommige leerlingen hebben meer leeskilometers op hun teller staan en staan weigerachtig tegenover het idee dat ze niet verder mogen lezen dan een bepaalde pagina. Andere leerlingen geraakten in paniek bij het horen van het opgegeven aantal pagina’s.

85 pagina’s?! Dat haal ik nooit tegen volgende week!

Nu ik de werkvorm al meermaals uitgetest heb, kan ik flexibeler omgaan met deze uitersten. Het doel is om tijdens het lezen van het verhaal op verschillende momenten stil te staan bij de opbouw en de structuur van het verhaal, zonder voorkennis te hebben over het verdere verloop van het verhaal. Snellere lezers probeer ik uit te dagen door trager en diepgaander te lezen. Tragere lezers geef ik de kans om bij te benen op hun eigen tempo.

Wat betekende dit nu concreet voor De Japanse minnaar? Leerlingen kregen per deel een aantal verwerkingsvragen mee. Voor het eerste deel waren dat de vragen:

Schrijf 1 zin neer die je opvalt (in positieve of negatieve zin).

Welke vragen worden opgeroepen in het begin van het verhaal (spanningsopbouw)?

In de volgend delen liet ik de leerlingen nog voorbeelden zoeken van beeldspraak, gingen we op zoek naar kenmerken van het magisch realisme en bespraken we de vragen die door het verhaalverloop werden opgeroepen. Op het einde van de roman wilde ik dat de leerlingen een link legden tussen de auteur en het werk en de stroming (in dit geval het magisch realisme).

Ik was zelf erg blij met deze manier van verwerken. Het zorgde er bijvoorbeeld voor dat we samen stil konden staan bij de soms erg subtiele kenmerken van het magisch realisme. De gekozen zinnen en voorbeelden van beeldspraak werden gebruikt om hardopdenkend te lezen in de les. Door gedachten en vragen te modelleren, krijgen leerlingen die weinig leeservaring hebben een duidelijker beeld van wat er begrepen wordt onder het abstracte begrip literaire competentie.

Aandachtspunten?

Het is belangrijk dat je als lesgever zelf niet vooroploopt en geen informatie geeft die de leerlingen nog niet hebben. Tijdens mijn eerste ervaring met deze werkvorm gaf ik onbedoeld een spoiler weg tijdens de les. Daarom heb ik beslist om op hetzelfde tempo als de leerlingen mee te lezen. Het feit dat ik de boeken zelf al minstens een keer heb gelezen, zorgt ervoor dat ik tijdens de analyse dieper kan ingaan op verhaalelementen die bij een eerste lezing mogelijk te weinig aandacht krijgen.

Sommige leerlingen halen de vooropgestelde planning niet. Het is belangrijk om vooraf na te denken over hoe je dit zal aanpakken.

Een boek gefaseerd lezen vergt een zeer goede planningDit beschouw ik zelf als mijn grootste werkpunt. Tijdens de laatste lezing van De Japanse minnaar had ik geen tijd meer om de afrondende bespreking nog voor de vakantie in te plannen. Het zorgt ervoor dat ik een volgende keer nog zorgvuldiger zal nadenken over de planning van de momenten waarop we het boek bespreken.

Andere ideeën?

Bekijk zeker het filmpje van leerkracht Rick dat in de blogpost van Martin wordt vermeld.  We willen allemaal kinderen en jongeren warm maken voor lezen en literatuur. Door een eenvoudige strategie als hardopdenkend lezen in de klas te gebruiken, reiken we leerlingen via modellering het kader aan dat ze nodig hebben om over literatuur na te denken.

Ik ben erg benieuwd hoe jullie werken rond literaire competentie. Ik ben ondertussen nog bezig aan een blogpost over lezen in groep naar aanleiding van de MOOC Teaching EFL/ESL Reading: A Task Based Approach die ik dit jaar volgde en die me inspiratie bezorgde om tijdens de lessen Nederlands en Engels nog meer in te zetten op lezen.

feedback

Meer weten?

Volg Martin Bootsma op Twitter.
Teaching EFL/ESL Reading: A Task-Based Approach  (Coursera MOOC)

Leren met ICT – Mijn deelname aan het iTILT2-project

Vorige week ontving ik de definitieve versie van twee filmpjes die in het kader van mijn lessen gemaakt zijn voor het iTILT2-project. Dat project onderzocht het gebruik van interactieve technologieën voor taakgericht taalonderwijs (task-based language teaching).

In het eerste filmpje krijg je een beeld van een lessenreeks over Shakespeare. De leerlingen lezen een tekst, beluisteren korte filmfragmenten, informeren elkaar over de inhoud van hun filmpje en spelen daarna een Kahoot!-quiz. De laatste fase is een korte spreekoefening: de leerlingen geven op basis van de verworven kennis aan of ze Shakespeare nog relevant vinden anno 2017.

itilt2
Filmpje over lessenreeks rond Shakespeare

Het tweede filmpje beschrijft de virtuele uitwisseling met een school uit Missouri (VS), waarover ik eerder deze blogpost schreef.

iTILT2
Filmpje over de lessenreeks ‘Global collaboration’

De filmpjes vormen niet alleen een herinnering aan leuke lessenreeksen, ze zijn vooral een warme herinnering aan een klasgroep die ik drie jaar lang begeleidde. Dank aan het iTILT-team voor dit mooie souvenir!

De website van iTILT2 bevat nog heel wat andere lesideeën om met technologie aan de slag te gaan tijdens taallessen en is dus een absolute aanrader!

Meer info?

Samenwerken met Trello

Update herfst 2020: Na enkele updates van het platform zijn de Teams ‘Nederlands’ en ‘Engels’ niet meer actief. De borden die verbonden waren aan de teams staan nog wel online en blijven te gebruiken door de gebruikers. Door de veelvuldige wijzigingen bij Trello hebben we besloten de bestaande borden bij Trello Nederlands en Engels niet meer te beheren en ook geen nieuwe gebruikers toe te voegen. Dank voor jullie begrip en jullie jarenlange deelplezier. Karen en Tamara. 

Tijdens het schooljaar 2014-2015 richtten vakcollega Tamara van het KA Merksem en ik een samenwerkinsgplatform op voor leerkrachten Engels en Nederlands. Wat initieel bedoeld was als een klein initiatief om onderling materialen uit te wisselen en samen verder uit te werken, groeide al snel uit tot een groot netwerk delende leerkrachten. Een kort relaas…

Een nieuwe, vermoeiende start

Ik kwam twee jaar geleden vol goede intenties terecht in het middelbaar onderwijs na een vrij abrupte overstap uit het hoger onderwijs. Abrupt staat hier echter niet gelijk aan ondoordacht, ik had immers lang nagedacht over deze beslissing. Omdat ik wist dat het moeilijk zou worden om als starter een vaste job te vinden, had ik me ingesteld op enkele korte interims. Het leek me een goede manier om verschillende scholen te leren kennen en zo ervaring op te doen. Op die manier kon ik ook de academische SLO rustig verder afwerken. De rest zou wel volgen.

Eind augustus 2014 kreeg ik plots de kans om een heel schooljaar lang via een liobaan 15 uur per week te les te geven in mijn huidige school, een kans die ik absoluut niet wou laten liggen, maar behoorlijk wat zwaarder was dan wat ik eerst voor ogen had. Gevolg: de eerste maanden waren loodzwaar en ronduit hectisch.

Dankzij de hulp van vele collega’s binnen en buiten de school kon ik deze abrupte overstap ook praktisch geregeld krijgen. Met Tamara van het KA Merksem klikte het al snel. Zij had werkelijk op al mijn vragen een antwoord, had over elk lesonderwerp materiaal liggen en was altijd bereid om het te delen, ook al kon ik haar in het begin niets in ruil bieden buiten een kritische blik op het gedeelde materiaal. Na de eerste drukke periode kwamen we regelmatig op het idee om samen materiaal uit te werken. Omdat we vonden dat een Facebookgroep niet ideaal was om documenten te delen en KlasCement te statisch was voor wat we wilden doen, gingen we op zoek naar een alternatief. Dat vonden we uiteindelijk in Trello.

Trello voor leerkrachten

samenwerken met Trello
Trello Nederlands

Zo werd ons samenwerkingsplatform geboren. Het voorbije schooljaar meldden meer dan 500 leerkrachten en leerkrachten in opleiding zich aan om mee materialen te delen en uit te werken. We schreven er een kort artikel over in Fons, het nieuwe tijdschrift voor leraren Nederlands. Er ontstonden al snel Trellogroepen voor andere vakdidactieken. Dankzij Trello kreeg ik toegang tot lesmaterialen en feedback van collega’s uit het hele land. Ik leerde dankzij Trello heel wat interessante vakcollega’s kennen.

Hopelijk helpen we met dit initiatief ook startende leerkrachten om de uitputtingsslag van de eerste maanden of jaren beter te doorstaan.

cropped-logo-1.jpg

Meer info over…

 

Delen om te leren

Onderaan mijn vorige post rond presentatievaardigheden en feedback deelde ik de lesmaterialen die ik voor deze lessen gebruikt had. Ik vind het delen van lesmateriaal bijzonder leerrijk, omdat het vaak leidt tot reacties en tips van collega’s.

Mag ik het ook gebruiken?

Zo was ik heel blij met de volgende reactie die ik van collega Katrien van het KCST in Sint-Truiden kreeg via Facebook:

Goed gedaan! Net voor het puntje inleiding, zou je nog kunnen toevoegen: beheers ik het onderwerp, zou ik mogelijke bijvragen kunnen beantwoorden. Verder zou ik misschien aan tempo/articulatie nog intonatie toevoegen. Bij taalgebruik afstemmen aan doelpubliek, zou je nog kunnen toevoegen: heb ik het niet te veel uit het hoofd gestudeerd?

Ze bezorgde me niet alleen inhoudelijke feedback, maar ook concrete en duidelijke tips om de checklist te vervolledigen. Tot slot stelde ze ook nog een vraag:

Zou ik het materiaal ook mogen gebruiken?

Natuurlijk mag dat! Het leek me zelfs een overbodige vraag. Ik vroeg Katrien meteen ook of ze het zag zitten om het materiaal na herwerking opnieuw te delen. Ik was immers erg geïnteresseerd in hoe ze de documenten zou gebruiken en wat ze juist zou veranderen. Daar zou ik weer wat van kunnen leren. Ze vond het prima.

Delen = tweerichtingsverkeer

Nog geen twee dagen later zat er een herwerking in mijn mailbox. En zo werd delen meteen ook krijgen. En leren. Op basis van de tips die ik ondertussen van Katrien en andere collega’s kreeg, zal ik het document nu zelf nog eens herwerken en opnieuw uittesten in de klas. De herwerking van Katrien voegde ik toe aan de originele blogpost.

Creative Commons

Lesmateriaal wordt meestal gedeeld onder een Creative Commons-licentie. Als je niet weet wat dat is, loont het de moeite om jezelf hier even in te verdiepen. 

Ook materialen op Klascement worden bijvoorbeeld gedeeld met een CC-licentieIk gebruik zelf meestal de licentie CC BY-NC-SA. Dat is een licentie waarmee je anderen toestemming verleent om je werk te gebruiken en herwerken, op voorwaarde dat je de naam van de maker vermeldt (BY) en het werk niet gebruikt voor commerciële doeleinden (NC). Als je het materiaal hebt herwerkt en opnieuw deelt met anderen, wordt er van je verwacht dat je het materiaal deelt onder dezelfde licentie als het origineel (SA). 

creative commons
Bron: http://creativecommons.nl/uitleg/

Net als vele leerkrachten bekijk ik zelf ook regelmatig materialen die door andere leerkrachten gedeeld worden. Meestal ben ik geïnteresseerd in de inhoud, maar soms ook gewoon in de lay-out, of in de werkvorm die gebruikt wordt. Zelden zal ik dan ook iets wat ik van iemand gekregen heb zonder enige bewerking gebruiken in de klas. Ik kies er meestal voor om de materialen te herwerken, of verder uit te breiden. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de context een erg grote rol speelt: wat de ene leerkracht opmaakt voor klas X, werkt zelden exact hetzelfde bij een andere leerkracht in klas Y.  Het is meteen ook de belangrijkste reden waarom ik sceptisch sta tegenover werken met een methode (wat ik overigens wel doe, maar dit is voer voor een nieuwe blogpost).

Ik slaag er zelf niet altijd in om de materialen die ik van andere collega’s heb gekregen ook weer opnieuw te delen nadat ik ze herwerkt heb. Toch probeer ik het wel te doen, omdat ik zelf ervaar dat het een win-winsituatie oplevert: de originele auteur krijgt erkenning en feedback, de hele ‘onderwijscommunity’ wint erbij en in het beste geval natuurlijk … de leerlingen ook!

Dubbele oproep

Daarom voeg ik hier tot slot ook nog een oproep toe: wanneer je materiaal herwerkt dat door andere leerkrachten gedeeld werd, neem dan de moeite om het aangepaste materiaal opnieuw te delen. Het is een kleine moeite en je maakt er ongetwijfeld anderen mee blij.

Een tweede oproep is gericht aan KlasCement, de absolute pionier van de deelcultuur in het Vlaamse onderwijs. Op dit moment is delen via KlasCement helaas in de praktijk beperkt tot eenrichtingsverkeer. Hierdoor is de meerwaarde voor de delende leerkracht eerder klein. Het is weliswaar mogelijk om reacties te plaatsen bij lesmaterialen, maar die reacties blijven vaak beperkt tot een kort dankwoord (Bedankt! Dit ga ik zeker gebruiken!) of een schreeuw van enthousiasme en opluchting (Fantastisch! Dit heeft me uren werk bespaard!). Delen wordt zo bijna herleid tot een daad van altruïsme. Wanneer de feedback er meer op gericht zou zijn om de materialen zelf te verbeteren en gebruikers uitgenodigd worden om een herwerking bij het origineel toe te voegen, groeit het materiaal als het ware vanuit een netwerk van delende leerkrachten. De leerkracht die deelt zal hierdoor ook sneller de meerwaarde van het delen zelf ervaren.

Zo wordt een delend netwerk meteen ook een lerend netwerk.

Karen

Meer weten over…. ?

Creative Commons
KlasCement
Creative Commons op KlasCement

 

De onuitputtelijke kracht van constructieve feedback

Om uit te leggen waarom ik zo geloof in de kracht van feedback, neem ik jullie mee terug naar een van de fijnste onderwijsmomenten die ik vorig schooljaar heb beleefd.

Ik gaf voor het tweede jaar op rij les in het zesde jaar. De leerlingen uit de richting Humane Wetenschappen presenteren in het laatste jaar traditiegetrouw een onderzoekspaper voor een jury. Uit de ervaring van het schooljaar voordien leerde ik dat de leerlingen in de periode voor de presentatie erg geprikkeld waren en alle inspanningen wilden richten op het afwerken van hun paper en de bijhorende presentatie. Een test afnemen of taak opgeven in deze periode was not done. De hele situatie zorgde voor een gespannen sfeer in een anders o zo aangename klas.

Ik besloot het dit jaar over een andere boeg te gooien en de hele week voor de presentatie in het vak Nederlands te werken rond presentatievaardigheden, een onderwerp dat perfect aansluit bij de te behalen leerplandoelstellingen voor het vak. De lessen Engels verplaatste ik naar de week die volgde en verving ik door extra lessen Nederlands, waardoor we echt de tijd konden nemen om ons volledig toe te leggen op de voorbereiding van de presentaties.

We bekeken voorbeelden van getalenteerde en minder begenadigde sprekers, maakten checklists, we bespraken elkaars sterktes, valkuilen en werkpunten, en besteedden de rest van de tijd aan leren van elkaar. Leerlingen die dit wensten, mochten immers een generale repetitie houden. Na die presentaties legde ik telkens weer opnieuw dezelfde eenvoudige vragen voor aan de groep:

Wat ging er goed?

Wat kan er beter?

Les na les zag ik de leerlingen groeien. Niet alleen groeide het vertrouwen om voor de groep te spreken, ik merkte ook heel sterk dat de feedback van de leerlingen steeds concreter en constructiever werd. De leerlingen creëerden een sfeer waarin iedereen op zijn of haar eigen tempo kon groeien. Zowel de leerlingen als ikzelf hebben veel geleerd en erg genoten van deze lessen, het contrast met wat ik een jaar eerder had ervaren kon niet groter zijn.

Omdat ik terloops ook wou toetsen wat de leerlingen hadden geleerd, vroeg ik tijdens een van de lessen of de leerlingen mij feedback konden geven over mijn presentatievaardigheden. Ik voelde even een moment van vertwijfeling, en zag toen een hand in de lucht gaan. De leerling glimlachte fijntjes en zei toen:

Mevrouw, we beginnen dan best bij wat goed gaat, neem ik aan?

feedback

Bijhorend lesmateriaal: