Teacher Tapp – Gespreksvoer voor het onderwijs

Sinds 1 september sta ik niet meer voor de klas en heb ik de taak van adjunct-directeur opgenomen binnen mijn eigen school. Ik heb binnen die rol het geluk me te kunnen toeleggen op heel wat onderwijskundige thema’s. Het professionaliseringsbeleid verder vormgeven is een van de grote uitdagingen uit het lijstje.

Na de publicatie van het gesprek met Lieven Viaene over de onderwijsinspectie nam ik deze week de tijd om het jaarlijkse rapport van de onderwijsinspectie door te nemen. Volgens de Onderwijsspiegel 2020 slagen scholen die volgens of boven verwachting scoren op vlak van professionaliseringsbeleid erin om “de professionaliseringsnoden van de teamleden te koppelen aan de prioritaire doelen” van de school. Verder nemen deze scholen ook “initiatieven die leiden tot expertisedeling” (Onderwijsspiegel 2020, p.45).

Van individu naar team

Het is geen geheim dat professionalisering bij leerkrachten in Vlaanderen vooral gestuurd wordt vanuit individuele noden. Er is een groot aanbod aan nascholingsinitiatieven waarop individuele leerkrachten kunnen intekenen. Daarnaast zetten scholen traditioneel in op professionalisering via pedagogische studiedagen waarop teambreed gewerkt kan worden aan bepaalde thema’s. In het secundair onderwijs is er hiervoor van overheidswege één schooldag per schooljaar voorzien.

Aan beide aspecten van dit professionaliseringsverhaal zijn grote nadelen verbonden:

  • we weten dat er weinig of geen transfer is van het individu naar het team wanneer er op individueel niveau nascholingen gevolgd worden;
  • we weten dat 1 schooldag per jaar (zelfs wanneer die opgesplitst wordt in twee halve dagen) onvoldoende is om teamgericht te professionaliseren.

Gelukkig zijn er ook nog andere initiatieven die wel inzetten op transfer en teamgerichte veranderingsprocessen. Pedagogische begeleidingsdiensten bieden steeds vaker trajecten aan in plaats van losstaande belegeidingsinitiatieven. Ook andere nascholingscentra richten meerdaagse opleidingen op, komen naar de school, zijn gericht op meerdere leden van het team, hebben een toegepaste praktijkcomponent, vertrekken vanuit de probleemstelling van de leerkracht of werken met terugkomdagen voor reflectie en feedback. Al deze elementen dragen ertoe bij dat professionalisering meer op teamniveau zal kunnen gebeuren.

Gesprekken als bindmiddel

Toch zijn er nog steeds grote valkuilen. Tijd is er onbetwistbaar één van. Leerkrachten staan onder grote tijdsdruk. Om te professionaliseren moet er vaak lestijd of vrije tijd sneuvelen. Die (mentale) ruimte is er – zeker in coronatijden – niet altijd. Het is dus zoeken naar professionaliseringsmethodes die weinig mentale en praktische ballast meebrengen, en een hoog hefboomeffect hebben.

Informelere vormen van nascholing en professionalisering kunnen daar een antwoord op bieden. Op onze school werken we bijvoorbeeld met ‘Leren van elkaar’-sessies waarin collega’s elkaar op weg helpen op domeinen waarin ze expertise verworven hebben. Maar er is bovendien bijzonder veel bereidheid om elkaar spontaan en tussendoor op weg te helpen, zonder veel sturing.

Het is daarvoor wel noodzakelijk dat er voldoende contacten zijn binnen het team, en dat professionalisering en onderwijskwaliteit een gespreksitem kunnen zijn. Onderlinge gesprekken zijn de lijm die bestaande expertise in het team kan samenbrengen.

Teacher Tapp Vlaanderen

Een belangrijk aspect van het professionaliseringsbeleid is dus het stimuleren van deze onderwijsgerelateerde gesprekken. Op de dag van de leerkracht werd in Vlaanderen de app Teacher Tapp geïntroduceerd. Deze laagdrempelige app komt overgewaaid uit Groot-Britannië en legt onderwijsprofessionals elke dag 3 korte meerkeuzevragen voor. Na het invullen van de bevraging krijgen de deelnemers zicht op de antwoorden van de dag voordien én wordt er één tip van de dag meegegeven (in de vorm van een artikel of filmpje).

De vragen gaan in op een heel breed spectrum van topics. Er is uiteraard aandacht voor onderwijskundige aspecten van het beroep, maar ook voor welbevinden en wat luchtigere onderwerpen. Na de lancering las ik wel wat bedenkingen bij het initiatief:

  • Zijn de vragen wel wetenschappelijk gefundeerd?
  • Zijn de resultaten wel representatief?
  • Doen alle vragen er wel toe?

De beheerders van de app hebben op de verschillende vragen al inhoudelijk gereageerd. De opmerkingen verdienen aandacht, maar gaan wat mij betreft voorbij aan het belangrijkste voordeel van dit initiatief: dankzij deze app gaan sinds begin oktober een 2000-tal onderwijsprofessionals gesprekken aan over allerlei onderwijstopics, het ene al wat zwaarwichtiger dan het andere.

Dit lijkt me de grote kracht van Teacher Tapp: het stimuleert dialoog over het onderwijs op de werkvloer. Dit zal het professionaliseringsbeleid in veel Vlaamse scholen ten goede komen. Dank daarvoor!

Meer info?

Website Teacher Tapp Vlaanderen

Download de app via Google Play | Via de App Store

Lees de Onderwijsspiegel 2020

Aanvulling: ook in Nederland is de app al enige tijd actief. Gebruikers in de verschillende landen gebruiken dezelfde app, maar op basis van hun registratiegegevens krijgen ze de vragen van het land waarin ze werken aangeboden. Meer info over de Nederlandse versie vind je hier.

Praten met tieners

In deze onzekere tijden worden we er misschien nog meer mee geconfronteerd dan anders: het is niet altijd gemakkelijk om te weten te komen wat er omgaat in een tienerhoofd. Ik vond het boek ‘Het Tienerbrein‘ echt verhelderend. Het leerde me bovendien om systematisch te kiezen voor het woord tiener boven het woord puber, dat een veel negatievere connotatie heeft.

Hoewel ik zelf nog niet zoveel ervaring heb met tieners in huis, weet ik dat het ook met jongere kinderen niet altijd gemakkelijk praten is, zeker niet over gevoelens of over de inhoud van een schooldag. Met wat geluk krijg je ‘s avonds na een werkdag iets meer uit je kinderen, maar vaak moeten we het hier stellen met ‘goed’, ‘OK’, ‘gaat wel’ of ‘niets bijzonders’. En dat is niet abnormaal natuurlijk.

Wie of wat heeft je vandaag doen lachen?

Toch leerde ik al snel dat je ook met jonge kinderen via een goed doordachte vraagstelling wel gemakkelijker gesprekken kunt opstarten. In plaats van te vragen hoe het gaat, of wat je kind vandaag op school geleerd heeft, kun je een jonge kleuter bijvoorbeeld vragen wat het grappigste was dat hem die dag is overkomen. Vraag of er iets was waar hij meer over wilde weten. Iets dat hem boos maakte. Mogelijk volgt er al snel een lang verhaal.

Doordachte vraagstelling, rijke taal

We weten dat een rijk taalaanbod belangrijk is, thuis en in de klas. Vandaag werd ik gecharmeerd door een klein initiatief dat dit idee ook centraal zet voor tieners. Via de website Over Doelen en Dromen vind je eenvoudige ‘kletskaartjes‘ waarmee je thuis en op school gesprekken kunt starten met tieners. Het lijkt me een fijne ondersteuning voor leerkrachten die nu vanop afstand leerlingen moeten ondersteunen. Maar ze zijn natuurlijk ook gewoon bruikbaar voor ouders thuis.

Ik print ze alvast af. Ik heb me ook aangemeld voor een mailinglijst waarbij je nieuwe kaartjes toegestuurd krijgt. Want geef toe: we kunnen nooit genoeg gesprekken aangaan met jonge mensen.

Meer info?

Eerste hulp bij planning en organisatie

De COVID-19-crisis leert ons ook binnen het onderwijs enkele lessen. De situatie legt een aantal aspecten bloot waarvan we al lang weten dat ze mogelijk een probleem vormen. Planning en organisatie van schoolwerk bijvoorbeeld. De hele situatie sterkt me in mijn idee dat we in ons onderwijssysteem meer moeten nadenken over hoe we leerlingen leren plannen.

De situatie benutten

Net zoals heel wat andere leerkrachten ontving ik de voorbije weken reacties van leerlingen die in paniek waren. Ik probeerde mijn leerlingen echter op het hart te drukken dat ze dit onaangekondigde en onvoorziene maatschappelijke experiment ook absoluut moesten proberen te benutten om sterker te worden op vlak van planning en organisatie.

Ik maakte de filmpjes met mijn uitwisbare notitieboekje en mijn documentencamera

Omdat het onmogelijk was om leerlingen individueel bij te staan tijdens dit proces, organiseerde ik de voorbije twee weken verschillende videochats waarin leerlingen welkom waren om samen na te denken over organisatie en planning. Op basis van deze ervaringen maakte ik vandaag (vrij snel) enkele filmpjes.

Hulpvragen

De volgende hulpvragen staan centraal:

Filmpjes op YouTube

Ik verzamelde de acht video’s (van 3-7 minuten) in een playlist op YouTube:

De kwaliteit van de video’s ligt lager dan wat ik normaal als norm neem wanneer ik een instructiefilmpje maak. Ik wilde vooral op erg korte termijn leerlingen kunnen bereiken met enkele basisprincipes.

Documentencamera

Ik gebruikte voor deze video’s mijn documentencamera en mijn uitwisbaar notitieboekje. Over beide onderwerpen bracht ik verslag uit in de podcast Buiten de Krijtlijnen. In de tweede aflevering van De Leraarskamer had ik het over mijn documentencamera, in de zevende aflevering vertelde ik over mijn uitwisbare notitieboekje.

Mijn groene IPEVO 4VK documentencamera in actie

Hoe gaan jullie om met planning en organisatie in deze bijzondere onderwijstijden? Hoe ondersteunen jullie de leerlingen op afstand? Welke tips geven jullie aan leerlingen? Hou contact! #StaySafe

Betrokken vanop afstand

Klasse

“‘Als je om 10 uur in je pyjama op de sofa hangt, lig je daar ‘s avonds nog. Maak plannen. En beantwoord mijn mailtjes.’ Vrijdag stapte ik alle klassen binnen om te vertellen hoe belangrijk regelmaat is, ook als je gewoon thuis zit. Weinig euforie bij onze zesdejaars toen ze hoorden dat de lessen stopten. ‘Wat met de examens, wat met ons diploma? En hoe kan ik leren in die drukte van mijn broers en zusjes?’”

“Ik ben bezorgd, want de structuur van school houdt heel wat jongeren recht. Cruciaal dat ze voelen dat wij hen nu niet lossen. ‘Mevrouw, mogen we met u facetimen? Echt?’ Leerlingen moeten even wennen aan het idee, maar vanaf morgen bel ik ze gewoon op. Onze grote betrokkenheid bij onze leerlingen is anders onze grote sterkte. En nu zelfs die korte babbel op de speelplaats of aan de poort wegvalt, zoeken we alternatieven. Met een virtuele lerarenkamer, klas-chats, online lesmateriaal. Ook ons beleidsoverleg daarnet hielden we van thuis uit.”

“Ongelooflijk hoe snel we de omslag maken. Leraren gaan keihard. Ik zie zoveel kansen en sta te trappelen om alles uit te proberen. En tegelijk denk ik: niet te snel jongens, er zijn nu belangrijkere dingen dan leerstof. Bouw een lijn met je leerlingen, laat ze voelen dat je er bent. Want online telt net hetzelfde als in de klas: niets zo motiverend om te leren als een leraar die om je geeft.”

Karen Van de Cruys is leraar en graadcoördinator van de derde graad in het Groenendaalcollege, Merksem. Erg benieuwd naar de digitale mogelijkheden, maar nu wil ze vooral inzetten op een sterke band met haar leerlingen, zelfs op afstand.

Dit artikel verscheen eerder op de Facebookpagina van Klasse

Auteur: Seppe Goossens, Klasse

Beeld: ©Katrijn Van Giel

Rijke taal in de klas

In deze blogpost bespreek ik een filmpje dat ik onlangs opmerkte over het gebruik van rijke taal in de kleuterklas. Een kleuterleerkracht wordt in het filmpje bijgestaan door twee coaches om een taalrijkere omgeving te creëren in de klas.


Ik was erg getroffen door de openheid waarmee deze leerkracht de feedback ontving, er wordt door de coaches immers heel erg ingezoomd op kleine, alledaagse en schijnbaar triviale handelingen, die in onze hoofden niet noodzakelijk verbonden zijn met taal of taalverwerving. Het filmpje is wat mij betreft niet alleen een aanrader voor kleuterleid(st)ers die meer taalrijkdom in de klas willen brengen, maar voor elke leerkracht die op elk onderwijsniveau wil inzetten op taal.

Wat me misschien nog het meest zal bijblijven is het feit dat we met erg kleine ingrepen (bv. het stellen van open vragen en waaromvragen) een groot effect kunnen bereiken op lange termijn. Een van de belangrijkste conclusies uit mijn eigen lerarenopleiding is dat erg kleine veranderingen  (op alle mogelijke vlakken, en dus ook op taalvlak) een wereld van verschil kunnen maken. Het is voor mij de grootste drijfveer om mijn eigen handelen nog elke dag in vraag te stellen en te zoeken naar kleine en haalbare aanpassingen.

Laat ons maximaal inzetten op een taalrijke school. Niet alleen in het kleuteronderwijs, maar op elk niveau, in elke klas.

Krachtige feedback in Fons

Hopelijk kennen jullie Fons al, het vaktijdschrift voor leerkrachten Nederlands uit het kleuter-, lager, secundair, hoger en volwassenenonderwijs. Het prachtinitiatief ontstond een tweetal jaar geleden, ondertussen verschenen er al vijf nummers boordevol tips en lesideeën voor het vak Nederlands. Voor de laatste uitgave van Fons uit november 2017 herwerkte ik een blogpost die ik eerder schreef over de kracht van feedback. Je vindt het artikel hier.

Fons 5
Fons 5 pagina 30-31

Elke school ontvangt een exemplaar van Fons. Vraag er dus zeker naar in de leraarskamer! Ik kijk stilaan uit naar Fons 6…

Meer info?

Het eerste bericht…

Elke blog start met een eerste bericht. De voorbije maanden en jaren heb ik ontzettend veel inspiratie gevonden op talrijke onderwijsblogs, op Twitter en Facebook. Nu is stilaan de tijd gekomen om zelf ook mee kennis en inspiratie te delen op een eigen blog. Ik zal hier ervaringen delen uit mijn eigen onderwijspraktijk, informatie delen die ik zelf interessant vind en tips delen die ik elders gevonden heb.

Als taalleerkracht ben ik natuurlijk erg geïnteresseerd in (vreemde)taalverwerving, literatuur en taalkunde. Verder zal je in deze blog vooral informatie vinden over formatieve evaluatie en het gebruik van technologie in de klas (#ictindeklas).

Ik geloof erg in samenwerking tussen leerkrachten: binnen de school, tussen verschillende scholen, zelfs over taalbarrières heen. Hopelijk kan deze blog een extra aanzet zijn om dialoog tussen leerkrachten verder te stimuleren. Alle reacties zijn dus welkom!