Leesvaardigheid in het Engels trainen met CommonLit

Leerkrachten Engels kunnen terugvallen op heel wat online lesmaterialen bij het voorbereiden van hun lessen. Het is één van de redenen waarom ik zelf nooit vragende partij was om voor het vak Engels een handboek of methode te gebruiken, zeker niet in het zesde jaar secundair onderwijs, waarin leerlingen toch voorbereid zouden moeten worden om het Engels zowel actief als passief in authentieke contexten zelfstandig te kunnen gebruiken. De voorbije jaren verdiepte ik me dus regelmatig in tools en websites die op het internet beschikbaar zijn.

Commonlit

Een van de tools die ik zelf het meesr waardevol vond om tijdens mijn lessen Engels te gebruiken, is CommonLit. Het is een online platform met teksten in het Engels (en het Spaans) over een breed gamma aan onderwerpen. De database bevat zowel zakelijke als literaire teksten en categoriseert teksten ook op basis van lexicale complexiteit, genre en onderwerp.

Een tekst zoeken op basis van een thema of leesniveau

Via Commonlit kun je als leerkracht eenvoudig leesvaardigheid trainen en testen. Als je de tool op een computer laat gebruiken, biedt de website de mogelijkheid om inhoudsvragen te beantwoorden tijdens het lezen. Leerlingen kunnen ook een woordenboek gebruiken en zelf aantekeningen maken bij de tekst. Leerkrachten kunnen de aantekeningen van hun leerlingen ook lezen en er feedback op geven.

Een tekst selecteren en als opdracht aanbieden via Commonlit

Na het lezen krijgen de leerlingen enkele meerkeuzevragen op structurerend en beoordelend niveau, waarbij leerlingen bijvoorbeeld verbanden tussen alinea’s moeten benoemen en moeten kunnen aantonen welke alinea’s of woorden hun antwoord op deze vragen staven.

De meerkeuzevragen worden automatisch verbeterd. Als leerkracht krijg je meteen een overzicht van de antwoorden van alle leerlingen. Via een kleurencode kun je al snel bepalen welke vragen moeilijk waren voor de hele groep.

Overzicht resultaten meerkeuzevragen en open vragen in CommonLit

Bij elke tekst zijn daarnaast ook twee open vragen voorzien. Leerkrachten kunnen deze vragen efficiënt (en zelfs geanonimiseerd) verbeteren en van feedback voorzien. Voor de open vragen wordt ook een modelantwoord voorzien.

Je kunt deze leesvaardigheidstesten niet alleen op de computer laten maken, maar de teksten (inclusief de vragen) en de verbetersleutels ook downloaden als pdf, zodat je de leerlingen ook op papier kunt laten werken.

Modelantwoord en anonieme verbetermodus voor open vragen in CommonLit

Meer dan een database van teksten

CommonLit is meer dan een database van teksten met vragen. Je kunt er als leerkracht een hele les(senreeks) mee opbouwen. Voor elke tekst zijn er paired texts voorzien, teksten die handelen over een zelfde onderwerp en die als remediërings- of uitbreidingsmateriaal gebruikt kunnen worden.

Bovendien zijn er ook discussievragen op beoordelend niveau voorzien. Deze vragen lenen zich vaak uitstekend voor een gespreksoefening in de klas. Onder Related media vind je bovendien voor de meeste teksten videofragmenten terug waarmee je het onderwerp of de auteur van de tekst kunt inleiden. Al deze materialen zijn vrij op het internet beschikbaar en kunnen dus door leerlingen ook zelfstandig (op afstand) verwerkt worden.

Bij elke tekst op CommonLit vind je filmpjes om het onderwerp of de auteur van de tekst mee in te leiden

Wanneer je één tekst kiest op Commonlit, kun je dus werken aan de vier verschillende vaardigheden. In een volgende blogpost leg ik je uit hoe ik met een vorm van peerfeedback werkte rond schrijfvaardigheid bij een van de teksten die ik vond op CommonLit.

Gratis

Het gebruik van de tool is gratis voor leerkrachten en leerlingen, je moet als leerkracht mogelijk alleen contact nemen met de beheerders van Commonlit om je schooldomein te registreren. Commonlit kan gemakkelijk geïntegreerd worden in Google Classroom, maar het je kunt ook via de tool zelf leerlingen uitnodigen met een klascode.

We staan momenteel opnieuw voor een periode van afstandsonderwijs. CommonLit is bij uitstek geschikt om in een tweede en derde graad secundair onderwijs te gebruiken om leerlingen zelfstandig thuis aan de slag te zetten. Het loont dus de moeite om de mogelijkheden van deze tool te verkennen. Veel succes tijdens de komende weken!

Meer info?

Website CommonLit
Video: CommonLit uitgelegd in 3 minuten

Afspraken maken met leerlingen

In coronatijden is het belangrijk om voldoende contact te behouden met leerlingen en leerkrachten. Ik wil zelf voldoende beschikbaar zijn, maar tegelijkertijd ook mijn werklast beperken en ook mijn grenzen afbakenen. Dankzij afspraakeenheden kan ik via Google Agenda mijn beschikbaarheid voor leerlingen en collega’s kenbaar maken. Gemaakte afspraken komen meteen ook in mijn agenda terecht. Misschien is dit voor jou ook wel zinvol? Ik maakte een filmpje over het maken van afspraakeenheden.

Hoe bewaar jij het overzicht in je agenda in deze tijden van afstandsonderwijs?

Hoe groot is jouw woordenschat in het Engels?

In een vorige blogpost over het gebruik van de tool Learning Languages with Netflix raakte ik het onderwerp woordenschatgrootte aan. Dit is een onderwerp dat mij al lang interesseert en intrigeert. Al vier jaar op rij meet ik in het begin van het schooljaar bij mijn leerlingen van het zesde jaar de passieve woordenschat in het Engels. Ik gebruik hiervoor de tool my.vocabularysize.com, een tool die gebaseerd is op het werk van wetenschapper Paul Nation.

Woordenschatgrootte meten?

Er zijn verschillende redenen om de woordenschatgrootte van leerlingen te meten. Onderzoek wijst (niet verrassend) op een sterke correlatie tussen woordenschatgrootte en lees- en luistervaardigheid. We weten bijvoorbeeld dat leerlingen een bijzonder hoog percentage van woorden moeten kennen voor ze een gelezen tekst zullen begrijpen. Het is dus belangrijk om een inschatting te kunnen maken van het woordenschatniveau om te kunnen differentiëren. Mijn ervaring leert me dat de verschillen in woordenschatgrootte in een zesde jaar ontzettend groot kunnen zijn.

Daarnaast zijn er steeds meer tools die het leren ondersteunen door rekening te houden met woordfrequentie en woordenschatgrootte. Mijn favoriete tool is Word Wise van Amazon Kindle dat woorden met een lagere frequentie detecteert en boven de tekst verklaringen geeft voor deze woorden. Gebruikers kunnen zelf aangeven hoeveel aanwijzingen ze willen zien.

Word wise in de Kindle e-reader app

Ook de ondertitelingstool voor Netflix maakt gebruik van woordfrequentie om taalgebruikers te ondersteunen. De tool markeert moeilijke woorden in ondertitels. Gebruikers kunnen aangeven op welk ‘level’ ze woorden willen zien:

Meten is weten

De vraag is natuurlijk hoe je als gebruiker een inschatting kunt maken van je eigen woordenschatgrootte. Voor het Engels is My Vocabulary Size dus een manier. De test bestaat uit 140 meerkeuzevragen en als je de test in de klas laat maken, moet je toch een lesuur voorzien om voldoende tijd te hebben om het nut en de werking van de tool uit te leggen. Leerlingen haken bijvoorbeeld af op woorden die ze nog nooit hebben gezien, ze dreigen hierdoor ontmoedigd te geraken. De test peilt echter naar kennis van woorden uit verschillende ‘frequentielagen’ van het Engelse lexicon en het is dus erg normaal dat ze woorden zullen tegenkomen waarmee ze niet vertrouwd zijn. Het vergt dus enig doorzettingsvermogen om de test af te leggen.

De gemakkelijkste manier om de tool te leren kennen, is de test gewoon zelf maken. Hieronder beschrijf ik je hoe je zelf een testsessie kunt maken voor een klasgroep.

Zelf aan de slag

In 5 stappen leg ik je uit hoe je voor je eigen klas een testsessie aanmaakt. Als je de test zelf eerst wil maken, ga dan naar stap 5 en gebruik de logingegevens om de test zelf te maken.

stap 1: registreren en een testsessie aanmaken

Zodra je op de website geregistreerd bent als leerkracht, kun je een groepstest aanmaken. Selecteer ‘Create a group test’ en kies dan voor ‘monolingual / English’.


stap 2: extra parameters opvragen

Voorzie velden zodat je de leerlingen kunt identificeren (naam, voornaam, klas, nummer, rolnummer, …). Je kunt deze gegevens in het begin van de test opvragen (pre) of op het einde (post). Mijn advies is om de gegevens die je nodig hebt om de leerlingen te identificeren in het begin op te vragen.


stap 3: controleer identificatievragen

Controleer of de extra vragen op de juiste plaats staan.

stap 4: een testsessie aanmaken

Kies een naam voor deze groepstest (bv. klasgroep + jaar) en kies een toegangscode. Stel in hoeveel leerlingen de test kunnen maken binnen deze sessie.


stap 5: communiceer de gegevens met de klasgroep

Met de onderstaande gegevens kun je de test hier zelf afleggen. Gebruik de toegangscode ‘test’ om te test te starten.

Na de test

Na de 140 vragen moeten de leerlingen nog enkele gegevens invullen voor ze hun resultaten krijgen. Het is belangrijk om dt op voorhand te vermelden. De gegevens worden verzameld voor wetenschappelijk onderzoek. Leerlingen kunnen ook aangeven dat ze de gegevens liever niet willen delen.

Leerlingen krijgen individueel hun resultaat te zien, maar als leerkracht kun je het resultaat van de hele groep bekijken onder ‘View results’.

Resultaten interpreteren?

Het is nadien ook belangrijk om de resultaten te kaderen. Leerlingen krijgen in principe een resultaat tussen 0 en 14 000. Wanneer ze het hoogste resultaat bereiken kan het zijn dat het woordenschatniveau hoger ligt (meer toelichting in de FAQ bij de test). Het resultaat is een ruwe schatting, betreft bovendien woordfamilies en geen losse woorden en daarom zegt het cijfer op zich niet zoveel. Interessanter is de toelichting onder het resultaat zelf en de verhoudingen binnen de klasgroep.

Info over de interpretatie van de resultaten op https://my.vocabularysize.com/

Zoals bij elke test is houding van de leerling ten opzichte van de test een eerste belangrijke factor om mee rekening te houden. Het lijkt me daarom bijvoorbeeld weinig wenselijk om de test als huiswerk op te geven.

Toen ik de test de eerste keer in de klas afnam, heb ik hem op het einde van het schooljaar opnieuw laten afleggen. Ik merkte toen dat er mogelijk sprake was van een herhalingseffect en heb de test daarom de voorbije jaren enkel in het begin van het schooljaar laten afleggen. Het zou natuurlijk interessant zijn om een tweede meting te doen, maar ik denk dat een periode van één schooljaar een te korte tijdspanne is om via deze test duidelijke effecten in kaart te brengen.

Ken jij tools waarmee je woordenschat kunt meten in het Engels of voor andere talen? Heb je ervaring met deze testen in de klas? Ik hoor het graag.

Meer info?

De extensie ‘Language learning with Netflix’ installeren in je browser

In mijn vorige blogpost besprak ik de tool ‘Language learning with Netflix’. Ik kreeg van enkele collega’s de vraag om te tonen hoe je de extensie installeert in je browser. In dit korte filmpje toon ik je hoe je aan de slag gaat met de extensie. Veel succes!

Geef je vreemde talen een boost met Netflix

Tijdens de vakantie neem ik bewust tijd voor mezelf. Het leren van vreemde talen staat dan hoog op mijn prioriteitenlijstje. Ik voorzie daarom tijdens vakanties traditioneel tijd om de talen die ik beheers (in het bijzonder het Russisch) te onderhouden en nieuwe talen te leren. Dit doe ik met tools zoals Duolingo, Memrise en Knudge.me, maar vooral via … Netflix!

Beeld en klank combineren

Om een taal te beheersen is het noodzakelijk om voldoende input te hebben. Ik lees veel, maar het combineren van lezen en luisteren geniet duidelijk mijn voorkeur. Wanneer je gesproken taal ondersteunt met geschreven taal,  krijg je als taalgebruiker niet alleen auditieve, maar ook visuele input. Op die manier worden woord- en klankbeeld aan elkaar verbonden. Een gouden recept voor elke talenstudent!

Het is daarom niet verwonderlijk dat ik een grote voorstander ben van het gebruik van podcasts – met transcripts – in mijn taallessen. Ik heb ook erg positieve ervaringen met het gebruik van luisterboeken om het lezen van literatuur te ondersteunen of te verrijken (ook in het Nederlands!).

Ik raad mijn leerlingen bovendien altijd aan om films en series te bekijken met ondertitels in de originele taal. Jaarlijks hou ik in de klas ten minste één pleidooi om mijn leerlingen ervan te overtuigen dat het inzetten van captions (ondertitels in de orginele taal) beter is dan de ietwat stoere verklaring van menig jong talentalent dat hij of zij geen ondertitels meer nodig heeft om een film of serie te begrijpen.

Language Learning with Netflix

Recent kwam bij al die opties nog een extra mogelijkheid bij. Via talloze extensies is het mogelijk om het gebruik van Netflix te verrijken (ooit al de nood gevoeld om je laptopscherm te draaien wanneer je liggend Netflix kijkt? Kijk dan hier!). De extensie Language Learning with Netflix (LLN) is de tool die ik hier vandaag wil bespreken.

Beeld uit de Russischtalige serie ‘The Sniffer’ met de extensie LLN

Via deze tool kun je in een Chrome-browser Netflix kijken met ondertitels in de originele taal en in de doeltaal. De taal die je in Netflix instelt bij ondertiteling verschijnt bovenaan, de taal die als referentie gebruikt wordt (hier het Nederlands), verschijnt onderaan in beeld.

Je kunt bovendien aangeven hoe groot je woordenschat in de doeltaal is, zodat de tool automatisch moeilijke woorden voor je markeert.

Woorden die buiten het aangeduide woordenschatbereik vallen (hier: ‘пчёл‘) , worden gemarkeerd in de ondertitel:

Door op woorden in de ondertitels te klikken, verschijnt de betekenis van de aangeklikte woorden in een klein pop-upkadertje:

Zelf aan de slag

Om LLN te gebruiken heb je niet veel nodig. Je moet de extensie installeren in Chrome en toegang hebben tot Netflix in een Chrome-browser. Verder stel je op Netflix de taal in voor audio en ondertiteling. Omdat dit mogelijk een andere taal is dan de taal waarin je normaal naar Netflix kijkt, kan het zinvol zijn om een extra profiel aan te maken:

Dan moet je natuurlijk nog op zoek naar series in de vreemde taal. Via de link https://www.netflix.com/browse/audio kun je series, films en documentaires zoeken in vreemde talen. Helaas biedt deze filter in Vlaanderen en Nederland maar vier talen aan. Als je wil zoeken in een andere taal dan Engels, Frans of Duits, moet je een zoekopdracht doen of via een categorie zoeken (zie ook tip 3 hieronder).

Tips

Tip 1: Klik op de spatiebalk om de aflevering te pauzeren of opnieuw te starten.

Tip 2: Zet de optie ‘auto-pause’ uit tenzij je met ontzettend veel geduld afleveringen zin per zin wil analyseren.

Auto-pause uitschakelen

Tip 3: Zoals ik hierboven aanhaalde, is de talenfilter van Netflix beperkt tot vier talen. Gebruik daarom een tool als Flixable om na te gaan welke series en films beschikbaar zijn in de taal van je keuze. Sta versteld van de grote rijkdom aan series in vreemde talen!

Audiofilter op Flixable: kies een taal en ga op zoek naar films en series in deze taal

Ik ga alvast verder genieten van mijn vakantie met een goede serie op Netflix. Contacteer me als je vragen hebt, ik help je graag!

Meer info?

LLN installeren?

Ik maakte op verzoek een instructiefilmpje over de installatie van de tool:

Maak jij een backup van de digitale media die je in je lessen gebruikt?

Al enkele jaren op rij werk in in mijn lessen Nederlands in de derde graad aso rond de poëzie van Leonard Nolens. De keuze voor de auteurs die ik behandel tijdens mijn lessen ligt niet vast, maar het werk van Nolens blijft beklijven en daarom laat ik het vooralsnog niet los.

Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen

De lessenreeks over het werk van Nolens bouwde ik tot voor kort rond een bekroond interview door Ruth Joos uit 2011. Hoewel het fragment ondertussen al bijna acht jaar oud is, herinner ik me nog perfect het moment waarop ik het voor het eerst beluisterde. Ik kwam in mijn auto op een druk moment, zette de radio aan en hoorde een moment van stilte. Pas na enige tijd werd me duidelijk dat deze stilte deel uitmaakte van een interview. Nolens verwoordt (met veel moeite) dat hij niet thuishoort in deze maatschappij, dat niets ooit af geraakt, dat hij getrouwd is, kinderen heeft, maar niet in staat was om een gewoon beroep uit te oefenen. Ik werd erg geraakt door het contrast tussen de manier waarop de dichter over zijn werk praatte en de manier waarop hij zijn werk voordroeg. Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen is een gedicht dat ik sindsdien in gedachten wel eens meedraag als moeder.

Pas toen ik later in het kader van mijn lesopdracht een opdracht maakte rond poëzie, dacht ik terug aan dit interview. Het stond gelukkig nog integraal online en ik maakte er enkele jaren op rij dankbaar gebruik van. Voor leerlingen vormde dit interview altijd een heel bevreemdende ervaring: de traagheid, het openlijk benoemen van het falen en het eeuwige onafgewerkte. De Weltschmerz op de schouders van de auteur.

Onvindbaar

Hoewel ik uit veiligheidsredenen meestal een persoonlijke kopie maak van de mediabestanden die ik in mijn lessen gebruik om ervoor te zorgen dat ik door een falende internetverbinding niet met lege handen voor de klas moet staan, lukte het mij niet om dit interview in mijn eigen archief op te slaan.

Toen ik in de voorbereiding naar de lessenreeks vorig jaar op zoek ging naar het interview, bleek het onvindbaar. Een collega vond het fragment gelukkig nog terug op de oude archiefsite van Cobra.be zodat ik er uiteindelijk nog wel in slaagde om de les te geven zoals ik dat voorheen gedaan had. Ik weet niet hoe dit bij andere leerkrachten zit, maar nadat ik de les gegeven had, was de voldoening zo groot dat de bekommenis om de onvindbaarheid van het lesmateriaal helemaal verdwenen was. Tot ik … me dit schooljaar me begon voor te bereiden op de poëzieweek. Ik moest ontsteld vaststellen dat de archiefsite van Cobra volledig verdwenen was.

Gelukkig waren er online nog wel veel verwijzingen te vinden naar het interview. Via krantenartikels kon ik de boodschap van Nolens nog wel reconstrueren. Toch had het audiofragment een duidelijke meerwaarde die ik graag in mijn lessen wilde behouden.  Eind januari stelde ik daarom via de Facebookpagina van Het Archief voor Onderwijs de vraag of het interview ook beschikbaar kon gemaakt worden op het Archief. Ik maak regelmatig gebruik van beeldmateriaal op het Archief, maar had zelf nog nooit een aanvraag gedaan om materiaal online te plaatsen. Ik wist bovendien niet of radiobestanden ook aan het archief toegevoegd konden worden. Nog de dag zelf kreeg ik de bevestiging dat de aanvraag gebeurd was en dat ik een drietal weken geduld zou moeten hebben voor het materiaal beschikbaar zou zijn. Vorige week ontving ik een berichtje met het heuglijke nieuws dat het interview (met een samenvatting) beschikbaar was.

Backup

Deze ervaring deed me nog maar eens beseffen dat het belangrijk is om een backup te hebben van het digitale lesmateriaal dat ik in mijn lessen gebruik. Leermiddelen die door anderen online beschikbaar gemaakt werden zijn gevoelig voor verandering en vluchtig: ze kunnen gewijzigd of volledig verwijderd worden.  Ook voor andere lesmaterialen die ik regelmatig gebruik zal ik daarom indien nodig vanaf nu een aanvraag doen bij het Archief voor Onderwijs. Op deze manier is het materiaal immers niet alleen voor mij, maar voor alle leerkrachten beschikbaar. De aanvraag kostte niet veel tijd (een kort berichtje via Facebook volstond) en het contact via de Facebookpagina was bovendien erg persoonlijk. Ik wil dus zeker ook het team van het Archief danken voor deze fantastische dienstverlening!

Hoe ga jij om met de vluchtigheid van media en materialen die je op het internet vindt en in je lessen wil gebruiken? Maak jij een digitale backup? Kende je het Archief voor Onderwijs al? Heb jij nog tips rond mediawijsheid die bij dit thema aansluiten? Ik hoor het graag!

Meer info?

Google Translate tijdens de lessen MVT: een vloek of een zegen?

✻✻✻
Dit bericht over Google Translate werd opgepikt door KlasCement. Discussieer mee via de link onderaan deze pagina.
✻✻✻ 

Als taalleerkracht ben ik erg begaan met plagiaatpreventie. Ik vind het belangrijk dat feedback bij schrijftaken op een efficiënte manier gegeven wordt en dat de focus sterk ligt op het leerproces van de leerling. Het spreekt voor zich dat plagiaat de efficiëntie van de leerkracht en het leerrendement van de leerling in de weg staat. Enige tijd geleden schreef ik een blogpost met 5 tips om om te gaan met plagiaat.

Google Translate: te weinig op de agenda?

Er is echter één puzzelstuk dat nog ontbreekt in mijn plagiaatpuzzel: Hoe ga ik als taalleerkracht om met het gebruik van machinale vertaling bij schrijfoefeningen binnen de lessen MVT? Is het gebruik van Google Translate een vorm van plagiaat die bestreden moet worden? Of moeten we vertaalmachines zien als een godsgeschenk en net maximaal inzetten op het gebruik van deze technologie in de klas? Het antwoord op deze vragen is niet eenduidig. Vreemd genoeg is het gebruik van vertaalmachines een onderwerp dat slechts weinig aan bod komt in gesprekken met vakcollega’s en tijdens nascholingen, het lijkt wel alsof we het collectief negeren. Toch merk ik dat het gebruik van tools als Google Translate en DeepL bij leerlingen tot de dagelijkse praktijk hoort. Is dit een probleem?

Enkele bedenkingen op basis van mijn eigen ervaring

  1. Het maken van een schrijfoefening zelf draagt ook bij aan het taalverwervingsproces. Wanneer het schrijfproduct niet alleen het doel is, maar het schrijven dus ook gezien wordt als middel om de taal te leren (wat volgens mij in de praktijk toch vaak het geval is) zijn vertaalmachines volgens mij absoluut te mijden. Om die reden zal ik schrijftaken hoofdzakelijk tijdens de les laten maken. We moeten erover waken dat we de kostbare tijd die we investeren in het verbeteren van taken niet steken in het verbeteren van taken die door machines vertaald werden. Hier wordt immers niemand beter van.
  2. Om de kwaliteit en de bruikbaarheid van een machinale vertaling te kunnen inschatten, moet het taalbeheersingsniveau van de leerling voldoende hoog liggen. Voor leerlingen die slechts een elementaire kennis van de vreemde taal hebben, vormt het gebruik van Google Translate eerder een hinderpaal dan een handig hulpmiddel. Het is belangrijk om de werking van een vertaalmachine aan deze leerlingen uit te leggen en in te gaan op mogelijke valkuilen bij het gebruik van deze vorm van vertaaltechnologie (door bijvoorbeeld voorbeelden te tonen van flagrante fouten die kunnen ontstaan door het gebruik van Google Translate).
  3. Machinale vertaling kan een hulp zijn voor taalgebruikers met een gevorderde kennis van de vreemde taal. Laat leerlingen tijdens de les experimenteren met het gebruik van deze tools (door bijvoorbeeld verschillende vertaalmachines met elkaar te vergelijken) en laat hen zelf inschatten hoe ze efficiënt gebruik kunnen maken van de beschikbare
    technologie.

Mijn vragen aan jullie:

  • Hoe gaan jullie om met vertaalmachines tijdens de lessen MVT?
  • Hoe leren jullie leerlingen omgaan met vertaalmachines?
  • Krijgen leerlingen nog schrijftaken mee naar huis, of worden de schrijftaken vooral in de klas gemaakt?
  • Welke voordelen zijn er verbonden aan het gebruik van vertaalmachines? Kunnen we dankzij deze technologie dingen die voorheen niet mogelijk waren?
  • Hebben jullie grappige anekdotes van leerlingen die bizarre fouten maakten door het gebruik van Google Translate en dit zelf niet opmerkten?

Reageer!

Deze vraag werd opgepikt door KlasCement. Discussieer je mee op het forum?  Ik kijk erg uit naar jullie reacties!

 

Weet jij raad met plagiaat? Met deze 5 tips zet je in op plagiaatpreventie

Een van de onderwerpen die regelmatig terugkeren in de Facebookgroepen voor leerkrachten is de aanpak van plagiaat. Het is een signaal dat veel leerkrachten plagiaat als een zorg ervaren. In deze blogpost geef ik vijf tips om tijdens je lessen in te zetten op plagiaatpreventie.

1. Leer leerlingen duidelijk aan wat plagiaat is en waarom het niet door de beugel kan.

Uit de reacties op sociale media leid ik af dat vele leerkrachten ervan uitgaan dat leerlingen weten wat plagiaat is. Of dat alleszins zouden moeten weten. Toch merk ik in de praktijk dat het belangrijk is om tijd te investeren in het uitleggen van het begrip plagiaat. Maak de impliciete verwachtingen expliciet, nog voor je leerlingen aan het werk zet.

Elke leerkracht Nederlands zal dit voorbeeld herkennen: wanneer ik leerlingen vraag om hun mening over een boek neer te pennen, lees ik soms letterlijk de mening van een collega-leerling op www.scholieren.com. Wanneer ik hierover het gesprek aanga met de betrokken leerlingen, geven zij soms aan dat hun mening eenvoudigweg volledig overeenstemt met de mening die ze op het internet vonden. Voor deze leerlingen voelt het dus prima aan om deze tekst te kopiëren en als hun eigen mening in te dienen. Ik besteed daarom best wat tijd om leerlingen duidelijk te maken dat het OK is om hun eigen mening te toetsen aan de mening van anderen, maar dat ze dit ook kenbaar moeten maken.

Leerlingen die wat meer ondersteuning kunnen gebruiken, kunnen baat hebben bij enkele sjabloonzinnen die hen op weg helpen:

In een recensie op [BRON MENING X]  las ik [MENING X] . Ik kan me volledig vinden in deze analyse, omdat [ARGUMENTATIE].

2. Werk aan een leerlijn en leg uit wat de consequenties zijn van plagiaat.

Het kan zinvol zijn om met collega’s een leerlijn uit te werken (over grenzen van vakken, leerjaren en graden heen). Op onze school vertrokken we van de volgende drie vragen: 1. Wat verwachten we van leerlingen in de eerste, tweede en derde graad? 2. Hoe worden deze verwachtingen kenbaar gemaakt aan de leerlingen? 3. Wat zijn de consequenties wanneer een leerling zich niet houdt aan de gemaakte afspraken?

Het toekennen van een sanctie lijkt eenvoudiger dan het is. Plagiaat is immers een veelkoppig monster. Welke sanctie verdient een leerling die een taak van een medeleerling uit een andere klas indient als de zijne? En is die overtreding even zwaar als een leerling die zijn eigen werk van godsdienst een jaar later weer indient voor het vak Nederlands? Welke sanctie krijgt een leerling die een bron vergeet te vermelden in de referentielijst bij zijn GIP of onderzoekspaper? Wat is het verschil tussen een zin of een volledige alinea kopiëren uit Wikipedia? Maakt de totale lengte van de opdracht een verschil?

Eerder schreef ik hier al dat ik geen voorstander ben om leerlingen te straffen via het toekennen van een lager cijfer of een 0. Dat cijfers zegt immers niets meer over het te behalen leerdoel. Het lijkt me zinvoller om – waar mogelijk – de leerling de opdracht te laten herschrijven en gefaseerd te werken. Een leerling die in een eerste schrijffase tegen de lamp loopt, kan zijn werk nog bijsturen en krijgt zo nog de kans om een eindproduct in te leveren dat voldoet aan de vooropgestelde eisen.

3. Laat je leerlingen werken aan zinvolle opdrachten die niet uitnodigen tot een eenvoudige copy-paste van het internet.

Bepaal op basis van de opdracht of het zinvol is om in te zetten op plagiaatdetectie. Wanneer een opdracht gesloten van aard is en aanstuurt op een zelfde soort antwoord, is het niet zinvol om te controleren op plagiaat.

Zelfs wanneer je goed hebt nagedacht over een opdracht, kan je tijdens het proces tot de conclusie komen dat de opdracht toch aanzet tot het formuleren van een zelfde soort antwoord. Zo boog ik me recent met een collega over de (machinale) plagiaatdetectie bij een korte schrijfopdracht voor het vak Frans. Een aantal leerlingen had dezelfde fout gemaakt. Het was ons niet duidelijk wat de oorzaak was: hadden ze de taak van elkaar gekopieerd hadden of hadden ze een vergelijkbare zin ingevoerd in Google Translate? In dit geval leek me een gesprek met de leerlingen over de aanpak meer gepast dan een sanctie voor plagiaat.

4. Gebruik technologie om op een billijke manier te controleren op plagiaat.

Leerkrachten proberen in vele gevallen plagiaat te detecteren via manuele zoekopdrachten op het internet. Hoewel ik deze aanpak in het verleden zelf ook heb toegepast, zijn er ondertussen betere manieren om plagiaat op te sporen. Manuele zoekopdrachten zijn niet alleen tijdrovend, maar benadelen mogelijk ook zwakkere leerlingen. Als leerkracht ga je in deze situatie immers pas zoeken naar een mogelijke bron die gekopieerd werd, zodra je het vermoeden hebt dat een leerling een stuk tekst gekopieerd heeft. Meestal is dit te merken aan een stijlbreuk in de tekst. Sterkere leerlingen die gebruikte bronnen stilistisch beter kunnen integreren in hun eigen werk zullen hierdoor minder vaak gecontroleerd worden op plagiaat, maar niet noodzakelijk minder vaak plagiaat plegen.

Er zijn vandaag heel wat online tools beschikbaar om werk van leerlingen te controleren op plagiaat. Ook leerplatformen bieden geïntegreerde tools aan om plagiaat op te sporen. Mijn school koos ervoor om de plagiaatmodule van Smartschool aan te kopen. De plagiaatchecker toetst het werk van leerlingen niet alleen aan bestaande bronnen, maar voegt ook elke gecontroleerde taak toe aan de database. Op deze manier vermijd je dat leerlingen werk doorgeven aan elkaar, of hun eigen werk ongemerkt ‘recycleren’ voor andere vakken of opdrachten. De tool is niet waterdicht, maar zorgt er wel voor dat het werk van alle leerlingen op dezelfde manier gecontroleerd wordt. De analysefiches die voor elke opdracht aangemaakt worden, zijn een aanknopingspunt voor een gesprek met de leerling.

De kostprijs van deze tools wordt wel eens opgeworpen als tegenargument. Mijn mening hierover is duidelijk: als leerkrachten moeten we ervoor blijven pleiten om toegang te krijgen tot de tools die ons in staat stellen om efficiënt en kwalitatief werk te leveren. Het verbeteren van schrijfopdrachten is arbeidsintensief. Niemand heeft baat bij een leerkracht die (veel) tijd besteedt aan het verbeteren van werk dat niet door de leerling geschreven is.

5. Geef als leerkracht het goede voorbeeld en vermeld consequent je bronnen.

Niet alleen verbeteren, maar ook correct citeren en refereren is een arbeidsintensief proces. Leerkrachten werken vaak met materiaal dat door anderen werd gemaakt. Zorg ervoor dat leerlingen merken dat je zelf ook naar bronnen verwijst wanneer je een beroep doet op het werk van anderen. Tools zoals Easybib kunnen je hierbij helpen.

Meer info?

Leren met ICT – Mijn deelname aan het iTILT2-project

Vorige week ontving ik de definitieve versie van twee filmpjes die in het kader van mijn lessen gemaakt zijn voor het iTILT2-project. Dat project onderzocht het gebruik van interactieve technologieën voor taakgericht taalonderwijs (task-based language teaching).

In het eerste filmpje krijg je een beeld van een lessenreeks over Shakespeare. De leerlingen lezen een tekst, beluisteren korte filmfragmenten, informeren elkaar over de inhoud van hun filmpje en spelen daarna een Kahoot!-quiz. De laatste fase is een korte spreekoefening: de leerlingen geven op basis van de verworven kennis aan of ze Shakespeare nog relevant vinden anno 2017.

itilt2
Filmpje over lessenreeks rond Shakespeare

Het tweede filmpje beschrijft de virtuele uitwisseling met een school uit Missouri (VS), waarover ik eerder deze blogpost schreef.

iTILT2
Filmpje over de lessenreeks ‘Global collaboration’

De filmpjes vormen niet alleen een herinnering aan leuke lessenreeksen, ze zijn vooral een warme herinnering aan een klasgroep die ik drie jaar lang begeleidde. Dank aan het iTILT-team voor dit mooie souvenir!

De website van iTILT2 bevat nog heel wat andere lesideeën om met technologie aan de slag te gaan tijdens taallessen en is dus een absolute aanrader!

Meer info?

Leren met ICT – Google reverse image search

Ik was net bezig aan lesmateriaal rond mediawijsheid toen ik voor de zoveelste keer vandaag een haai in de straten van Houston in mijn Twitterfeed zag verschijnen.

Een snelle zoektocht met Google reverse image search bevestigde mijn vermoeden dat het om een hoax ging. De resultaten tonen meteen dat de afbeelding al jarenlang op het internet circuleert:

Google reverse image search
Google reverse image search

Een reverse image search doe je door een afbeelding te slepen naar Google Images. Wanneer je in Google Images op het icoontje in de vorm van een camera klikt, kun je ook een afbeelding uploaden, of de link naar een afbeelding gebruiken om de zoekopdracht te starten. Google zoekt dan naar gelijkaardige afbeeldingen op het internet. In een handomdraai heb je zo meer informatie over de herkomst van een afbeelding.

Kortom: een snelle en handige truc die nog onvoldoende gekend is, ik vind het wel een lesje mediawijsheid waard!

Meer info?

Gerelateerde afbeeldingen zoeken op basis van afbeelding (Handleiding Google Zoeken)