Zes manieren om in de klas te werken met vertaalmachines

In een vorige blogpost schreef ik over het gebruik van vertaalmachines in de klas. Op basis van mijn bericht ontstond een discussie op het forum van KlasCement. Collega’s Erik, Hans en ikzelf brachten ondertussen enkele lesideeën samen in een publiek gedeelde Google Slides.

Op deze manier willen we voorbeelden verzamelen waarmee we leerlingen duidelijk kunnen maken hoe ze vertaalmachines en vertaaltechnologie op een goede manier kunnen inzetten in het leerproces. Deze presentatie is nu beschikbaar gemaakt op KlasCement, zodat iedereen ideeën kan toevoegen. De teller staat momenteel op 5 werkvormen en 6 tips.

Zelf een idee toevoegen? Graag!

Heb je zelf nog een idee dat je wil toevoegen aan de presentatie? Je vindt het leermiddel op KlasCement. Je kunt zelf nieuwe tips en werkvormen toevoegen aan de presentatie. Als je niet goed weet hoe dat moet, mag je het idee op de laatste slide noteren, mij een bericht sturen of een reactie schrijven bij het leermiddel op KlasCement.  Je collega’s die vreemde talen onderwijzen zullen je dankbaar zijn!

Google Translate tijdens de lessen MVT: een vloek of een zegen?

✻✻✻
Dit bericht over Google Translate werd opgepikt door KlasCement. Discussieer mee via de link onderaan deze pagina.
✻✻✻ 

Als taalleerkracht ben ik erg begaan met plagiaatpreventie. Ik vind het belangrijk dat feedback bij schrijftaken op een efficiënte manier gegeven wordt en dat de focus sterk ligt op het leerproces van de leerling. Het spreekt voor zich dat plagiaat de efficiëntie van de leerkracht en het leerrendement van de leerling in de weg staat. Enige tijd geleden schreef ik een blogpost met 5 tips om om te gaan met plagiaat.

Google Translate: te weinig op de agenda?

Er is echter één puzzelstuk dat nog ontbreekt in mijn plagiaatpuzzel: Hoe ga ik als taalleerkracht om met het gebruik van machinale vertaling bij schrijfoefeningen binnen de lessen MVT? Is het gebruik van Google Translate een vorm van plagiaat die bestreden moet worden? Of moeten we vertaalmachines zien als een godsgeschenk en net maximaal inzetten op het gebruik van deze technologie in de klas? Het antwoord op deze vragen is niet eenduidig. Vreemd genoeg is het gebruik van vertaalmachines een onderwerp dat slechts weinig aan bod komt in gesprekken met vakcollega’s en tijdens nascholingen, het lijkt wel alsof we het collectief negeren. Toch merk ik dat het gebruik van tools als Google Translate en DeepL bij leerlingen tot de dagelijkse praktijk hoort. Is dit een probleem?

Enkele bedenkingen op basis van mijn eigen ervaring

  1. Het maken van een schrijfoefening zelf draagt ook bij aan het taalverwervingsproces. Wanneer het schrijfproduct niet alleen het doel is, maar het schrijven dus ook gezien wordt als middel om de taal te leren (wat volgens mij in de praktijk toch vaak het geval is) zijn vertaalmachines volgens mij absoluut te mijden. Om die reden zal ik schrijftaken hoofdzakelijk tijdens de les laten maken. We moeten erover waken dat we de kostbare tijd die we investeren in het verbeteren van taken niet steken in het verbeteren van taken die door machines vertaald werden. Hier wordt immers niemand beter van.
  2. Om de kwaliteit en de bruikbaarheid van een machinale vertaling te kunnen inschatten, moet het taalbeheersingsniveau van de leerling voldoende hoog liggen. Voor leerlingen die slechts een elementaire kennis van de vreemde taal hebben, vormt het gebruik van Google Translate eerder een hinderpaal dan een handig hulpmiddel. Het is belangrijk om de werking van een vertaalmachine aan deze leerlingen uit te leggen en in te gaan op mogelijke valkuilen bij het gebruik van deze vorm van vertaaltechnologie (door bijvoorbeeld voorbeelden te tonen van flagrante fouten die kunnen ontstaan door het gebruik van Google Translate).
  3. Machinale vertaling kan een hulp zijn voor taalgebruikers met een gevorderde kennis van de vreemde taal. Laat leerlingen tijdens de les experimenteren met het gebruik van deze tools (door bijvoorbeeld verschillende vertaalmachines met elkaar te vergelijken) en laat hen zelf inschatten hoe ze efficiënt gebruik kunnen maken van de beschikbare
    technologie.

Mijn vragen aan jullie:

  • Hoe gaan jullie om met vertaalmachines tijdens de lessen MVT?
  • Hoe leren jullie leerlingen omgaan met vertaalmachines?
  • Krijgen leerlingen nog schrijftaken mee naar huis, of worden de schrijftaken vooral in de klas gemaakt?
  • Welke voordelen zijn er verbonden aan het gebruik van vertaalmachines? Kunnen we dankzij deze technologie dingen die voorheen niet mogelijk waren?
  • Hebben jullie grappige anekdotes van leerlingen die bizarre fouten maakten door het gebruik van Google Translate en dit zelf niet opmerkten?

Reageer!

Deze vraag werd opgepikt door KlasCement. Discussieer je mee op het forum?  Ik kijk erg uit naar jullie reacties!

 

Rijke taal in de klas

In deze blogpost bespreek ik een filmpje dat ik onlangs opmerkte over het gebruik van rijke taal in de kleuterklas. Een kleuterleerkracht wordt in het filmpje bijgestaan door twee coaches om een taalrijkere omgeving te creëren in de klas.


Ik was erg getroffen door de openheid waarmee deze leerkracht de feedback ontving, er wordt door de coaches immers heel erg ingezoomd op kleine, alledaagse en schijnbaar triviale handelingen, die in onze hoofden niet noodzakelijk verbonden zijn met taal of taalverwerving. Het filmpje is wat mij betreft niet alleen een aanrader voor kleuterleid(st)ers die meer taalrijkdom in de klas willen brengen, maar voor elke leerkracht die op elk onderwijsniveau wil inzetten op taal.

Wat me misschien nog het meest zal bijblijven is het feit dat we met erg kleine ingrepen (bv. het stellen van open vragen en waaromvragen) een groot effect kunnen bereiken op lange termijn. Een van de belangrijkste conclusies uit mijn eigen lerarenopleiding is dat erg kleine veranderingen  (op alle mogelijke vlakken, en dus ook op taalvlak) een wereld van verschil kunnen maken. Het is voor mij de grootste drijfveer om mijn eigen handelen nog elke dag in vraag te stellen en te zoeken naar kleine en haalbare aanpassingen.

Laat ons maximaal inzetten op een taalrijke school. Niet alleen in het kleuteronderwijs, maar op elk niveau, in elke klas.

Feedback geven via een spraakmemo

Vaak wordt gezegd dat feedback geven tijdrovend is. In deze blogpost bespreek ik een vorm van feedback die weinig arbeidsintensief is, maar toch erg persoonlijk: de spraakmemo.

Feedback via een spraakopname kun je bij klassikale opdrachten inzetten (in de plaats van schriftelijke feedback, bijvoorbeeld), maar ik merk dat ik het zelf vooral gebruik om individueel extra toelichting te geven wanneer het niet meteen lukt om met een leerling samen te zitten.

Het voordeel van feedback via een spraakmemo is dat het erg persoonlijk is. Spreken gaat heel wat sneller dan schrijven, het is bovendien gemakkelijker om gesproken feedback te geven wanneer het over verbanden en inzichten gaat. Ik merk bij mezelf dat feedback neerschrijven bij complexere items vaak tijdrovend is. Leerlingen kunnen spraakmemo’s overigens zo vaak ze willen herbeluisteren, of pauzeren tijdens het beluisteren.

Hoe maak ik een goede spraakmemo?

Er zijn verschillende manieren om gesproken feedback te geven. Ik bespreek er hier vier:

  • Opname met een app: Vrijwel op elke smartphone staat een app waarmee je geluidsopnames kunt maken. Je kunt de opnames dan als bijlage versturen via een mail of een bericht in Smartschool, bijvoorbeeld. Let op: je opname zal dan mogelijk niet bewaard blijven. Je kunt de opname ook als bijlage toevoegen bij geüploade taken in de digitale leeromgeving, op deze manier blijft de feedback samen met de ingediende taak.
  • Online spraakopname: Met een tool als Vocaroo kun je snel in een browser een geluidsopname maken (als je microfoon werkt, uiteraard). Na de opname kun je de feedback zelf beluisteren en een link kopiëren die je aan de leerling kunt bezorgen. Je kunt de link dan bijvoorbeeld in het document van de leerling plakken, of zelfs als commentaar in het puntenboek (in een leeromgeving als Smartschool betekent dit dan bijvoorbeeld ook ouders toegang zullen hebben tot het bestand). Let bij online spraakopnames wel op voor privacygevoelige gegevens, de opnames worden immers online bewaard en zijn toegankelijk voor iedereen met de link.
  • Een filmpje maken: Een zeer efficiënte werkvorm is het filmen van een op papier gemaakte aantekening. Wanneer je aan een leerling feedback wil geven over de te volgen stappen bij het maken van bijvoorbeeld een wiskundeoefening, kun je jezelf (zonder daarbij noodzakelijk in beeld te zijn) filmen terwijl je de uitleg doet. Bij fouten die regelmatig voorkomen, kun je zo enige tijd besparen en de leerling zelf toch heel gericht verder helpen. De leerling kan immers je filmpje pauzeren of opnieuw bekijken.
  • Speciale tools: verschillende tools die in onderwijscontext gebruikt worden om feedback te geven, kunnen je ook inzetten om met audiofeedback aan de slag te gaan. Ik denk hierbij aan Kaizena, Screencastify en Goobric, maar er ontbreken hier ongetwijfeld nog tools in het rijtje.

Tips om aan de slag te gaan

Wil je het idee een kans geven? Let dan nog op de volgende zaken:

  • Denk vooraf goed na over de manier waarop je de opname met de leerling zal delen. Zorg ervoor dat je een bestandsformaat kiest dat gemakkelijk afspeelbaar is, indien je de keuze krijgt (.mp3, bijvoorbeeld).
  • Benoem tijdens de opname je handelingen. De leerling moet goed weten waar je feedback over gaat. Benoem waar je bent in het document, wat je ziet en opmerkt. Expliciteer. De leerling kijkt immers niet noodzakelijk door dezelfde bril… Vraag leerlingen ook om oefeningen of antwoorden te nummeren, of een paginanummer toe te voegen aan een taak of PowerPoint. Op deze manier kun je gemakkelijk naar de juiste pagina verwijzen.
  • Vraag nadien aan de leerlingen hoe zij deze aanpak ervaren hebben. Ze zullen immers niet zo vaak feedback krijgen via een audio-opname. Hun tips kunnen je helpen om je werkwijze te verbeteren.

Wil je meer weten over feedback en nog meerdere werkvormen verkennen? In de podcast ‘Buiten de Krijtlijnen’ had  ik een gesprek met Rinke Vanhoeck over het geven van feedback. Je kunt de podcast beluisteren via de onderstaande link, op iTunes of via Soundcloud:

Meer info?

De onuitputtelijke kracht van constructieve feedback (eerdere blogpost)
Krachtige feedback in Fons (eerdere blogpost) 
Buiten de Krijtlijnen (blog en podcast door leerkracht Rinke Vanhoeck)

 

Delen om te leren – workshop op #kc20jaar

Op de viering voor de 20ste verjaardag van KlasCement (#kc20jaar) gaf ik een workshop over de rol van delen als vorm van professionalisering. Om tot professionalisering te komen binnen een deelcultuur, moet er meer zijn dan een platform om te delen, zoals KlasCement. Het creëren van een professioneel lerend netwerk (PLN) waarbinnen leermiddelen gedeeld kunnen worden, vormt daarvoor een belangrijke stap. In mijn presentatie legde ik uit hoe je een PLN kunt uitbouwen.

Er is meer nodig dan gedeelde leermiddelen en een netwerk om effectief tot leren te komen. Elk leermiddel wordt immers gebruikt binnen een specifieke context. Wanneer leerkrachten lesmaterialen van elkaar downloaden, zullen ze dat materiaal in de meeste gevallen nog aanpassen aan hun eigen leeromgeving.  Dit is logisch en vaak ook nodig. Wanneer we niet alleen leermiddelen delen, maar ook onze ervaringen met deze leermiddelen, wordt die  context ook tastbaar voor anderen. Het kan ook voor de deler erg interessant zijn om te weten te komen in welke nieuwe contexten zijn of haar leermiddelen terechtkomt. Daarom toch ook een kleine oproep: wanneer je lesmaterialen van anderen downloadt en gebruikt, laat dan ook weten waar en hoe je deze leermiddelen hebt ingezet, en deel de herwerking van het leermiddel opnieuw. Op deze manier heb jij niet alleen dankbaar gebruik kunnen maken van iets dat iemand anders ontworpen heeft, de delende leerkracht zal ook baat hebben bij jouw inhoudelijke feedback.

Ik voegde de presentatie en de links samen op een website. Je vindt de informatie via de onderstaande link:

Delen om te leren #kc20jaar

Vooraf had ik via sociale media gevraagd wat leerkrachten zo waardevol vonden aan hun professioneel netwerk op sociale media. Het antwoord dat het vaakst gegeven werd, is dat een professioneel netwerk erg motiverend is en inspiratie geeft. Een PLN zorgt er voor dat je over muren heen kunt kijken. Bovendien doe je niet alleen inspiratie op, in een goed uitgebouwd netwerk leer je constant bij.

Wat vind jij zo waardevol aan jouw professioneel lerend netwerk? Welke tips kun je nog geven aan collega’s die pas recent Facebook en Twitter en andere sociale media beroepsmatig gingen gebruiken? Welke blogs lees jij nog? Hoe gebruik jij KlasCement of Trello? Ik hoor het graag.

 

 

Krachtige feedback in Fons

Hopelijk kennen jullie Fons al, het vaktijdschrift voor leerkrachten Nederlands uit het kleuter-, lager, secundair, hoger en volwassenenonderwijs. Het prachtinitiatief ontstond een tweetal jaar geleden, ondertussen verschenen er al vijf nummers boordevol tips en lesideeën voor het vak Nederlands. Voor de laatste uitgave van Fons uit november 2017 herwerkte ik een blogpost die ik eerder schreef over de kracht van feedback. Je vindt het artikel hier.

Fons 5
Fons 5 pagina 30-31

Elke school ontvangt een exemplaar van Fons. Vraag er dus zeker naar in de leraarskamer! Ik kijk stilaan uit naar Fons 6…

Meer info?

Weet jij raad met plagiaat? Met deze 5 tips zet je in op plagiaatpreventie

Een van de onderwerpen die regelmatig terugkeren in de Facebookgroepen voor leerkrachten is de aanpak van plagiaat. Het is een signaal dat veel leerkrachten plagiaat als een zorg ervaren. In deze blogpost geef ik vijf tips om tijdens je lessen in te zetten op plagiaatpreventie.

1. Leer leerlingen duidelijk aan wat plagiaat is en waarom het niet door de beugel kan.

Uit de reacties op sociale media leid ik af dat vele leerkrachten ervan uitgaan dat leerlingen weten wat plagiaat is. Of dat alleszins zouden moeten weten. Toch merk ik in de praktijk dat het belangrijk is om tijd te investeren in het uitleggen van het begrip plagiaat. Maak de impliciete verwachtingen expliciet, nog voor je leerlingen aan het werk zet.

Elke leerkracht Nederlands zal dit voorbeeld herkennen: wanneer ik leerlingen vraag om hun mening over een boek neer te pennen, lees ik soms letterlijk de mening van een collega-leerling op www.scholieren.com. Wanneer ik hierover het gesprek aanga met de betrokken leerlingen, geven zij soms aan dat hun mening eenvoudigweg volledig overeenstemt met de mening die ze op het internet vonden. Voor deze leerlingen voelt het dus prima aan om deze tekst te kopiëren en als hun eigen mening in te dienen. Ik besteed daarom best wat tijd om leerlingen duidelijk te maken dat het OK is om hun eigen mening te toetsen aan de mening van anderen, maar dat ze dit ook kenbaar moeten maken.

Leerlingen die wat meer ondersteuning kunnen gebruiken, kunnen baat hebben bij enkele sjabloonzinnen die hen op weg helpen:

In een recensie op [BRON MENING X]  las ik [MENING X] . Ik kan me volledig vinden in deze analyse, omdat [ARGUMENTATIE].

2. Werk aan een leerlijn en leg uit wat de consequenties zijn van plagiaat.

Het kan zinvol zijn om met collega’s een leerlijn uit te werken (over grenzen van vakken, leerjaren en graden heen). Op onze school vertrokken we van de volgende drie vragen: 1. Wat verwachten we van leerlingen in de eerste, tweede en derde graad? 2. Hoe worden deze verwachtingen kenbaar gemaakt aan de leerlingen? 3. Wat zijn de consequenties wanneer een leerling zich niet houdt aan de gemaakte afspraken?

Het toekennen van een sanctie lijkt eenvoudiger dan het is. Plagiaat is immers een veelkoppig monster. Welke sanctie verdient een leerling die een taak van een medeleerling uit een andere klas indient als de zijne? En is die overtreding even zwaar als een leerling die zijn eigen werk van godsdienst een jaar later weer indient voor het vak Nederlands? Welke sanctie krijgt een leerling die een bron vergeet te vermelden in de referentielijst bij zijn GIP of onderzoekspaper? Wat is het verschil tussen een zin of een volledige alinea kopiëren uit Wikipedia? Maakt de totale lengte van de opdracht een verschil?

Eerder schreef ik hier al dat ik geen voorstander ben om leerlingen te straffen via het toekennen van een lager cijfer of een 0. Dat cijfers zegt immers niets meer over het te behalen leerdoel. Het lijkt me zinvoller om – waar mogelijk – de leerling de opdracht te laten herschrijven en gefaseerd te werken. Een leerling die in een eerste schrijffase tegen de lamp loopt, kan zijn werk nog bijsturen en krijgt zo nog de kans om een eindproduct in te leveren dat voldoet aan de vooropgestelde eisen.

3. Laat je leerlingen werken aan zinvolle opdrachten die niet uitnodigen tot een eenvoudige copy-paste van het internet.

Bepaal op basis van de opdracht of het zinvol is om in te zetten op plagiaatdetectie. Wanneer een opdracht gesloten van aard is en aanstuurt op een zelfde soort antwoord, is het niet zinvol om te controleren op plagiaat.

Zelfs wanneer je goed hebt nagedacht over een opdracht, kan je tijdens het proces tot de conclusie komen dat de opdracht toch aanzet tot het formuleren van een zelfde soort antwoord. Zo boog ik me recent met een collega over de (machinale) plagiaatdetectie bij een korte schrijfopdracht voor het vak Frans. Een aantal leerlingen had dezelfde fout gemaakt. Het was ons niet duidelijk wat de oorzaak was: hadden ze de taak van elkaar gekopieerd hadden of hadden ze een vergelijkbare zin ingevoerd in Google Translate? In dit geval leek me een gesprek met de leerlingen over de aanpak meer gepast dan een sanctie voor plagiaat.

4. Gebruik technologie om op een billijke manier te controleren op plagiaat.

Leerkrachten proberen in vele gevallen plagiaat te detecteren via manuele zoekopdrachten op het internet. Hoewel ik deze aanpak in het verleden zelf ook heb toegepast, zijn er ondertussen betere manieren om plagiaat op te sporen. Manuele zoekopdrachten zijn niet alleen tijdrovend, maar benadelen mogelijk ook zwakkere leerlingen. Als leerkracht ga je in deze situatie immers pas zoeken naar een mogelijke bron die gekopieerd werd, zodra je het vermoeden hebt dat een leerling een stuk tekst gekopieerd heeft. Meestal is dit te merken aan een stijlbreuk in de tekst. Sterkere leerlingen die gebruikte bronnen stilistisch beter kunnen integreren in hun eigen werk zullen hierdoor minder vaak gecontroleerd worden op plagiaat, maar niet noodzakelijk minder vaak plagiaat plegen.

Er zijn vandaag heel wat online tools beschikbaar om werk van leerlingen te controleren op plagiaat. Ook leerplatformen bieden geïntegreerde tools aan om plagiaat op te sporen. Mijn school koos ervoor om de plagiaatmodule van Smartschool aan te kopen. De plagiaatchecker toetst het werk van leerlingen niet alleen aan bestaande bronnen, maar voegt ook elke gecontroleerde taak toe aan de database. Op deze manier vermijd je dat leerlingen werk doorgeven aan elkaar, of hun eigen werk ongemerkt ‘recycleren’ voor andere vakken of opdrachten. De tool is niet waterdicht, maar zorgt er wel voor dat het werk van alle leerlingen op dezelfde manier gecontroleerd wordt. De analysefiches die voor elke opdracht aangemaakt worden, zijn een aanknopingspunt voor een gesprek met de leerling.

De kostprijs van deze tools wordt wel eens opgeworpen als tegenargument. Mijn mening hierover is duidelijk: als leerkrachten moeten we ervoor blijven pleiten om toegang te krijgen tot de tools die ons in staat stellen om efficiënt en kwalitatief werk te leveren. Het verbeteren van schrijfopdrachten is arbeidsintensief. Niemand heeft baat bij een leerkracht die (veel) tijd besteedt aan het verbeteren van werk dat niet door de leerling geschreven is.

5. Geef als leerkracht het goede voorbeeld en vermeld consequent je bronnen.

Niet alleen verbeteren, maar ook correct citeren en refereren is een arbeidsintensief proces. Leerkrachten werken vaak met materiaal dat door anderen werd gemaakt. Zorg ervoor dat leerlingen merken dat je zelf ook naar bronnen verwijst wanneer je een beroep doet op het werk van anderen. Tools zoals Easybib kunnen je hierbij helpen.

Meer info?

Leren met ICT – Mijn deelname aan het iTILT2-project

Vorige week ontving ik de definitieve versie van twee filmpjes die in het kader van mijn lessen gemaakt zijn voor het iTILT2-project. Dat project onderzocht het gebruik van interactieve technologieën voor taakgericht taalonderwijs (task-based language teaching).

In het eerste filmpje krijg je een beeld van een lessenreeks over Shakespeare. De leerlingen lezen een tekst, beluisteren korte filmfragmenten, informeren elkaar over de inhoud van hun filmpje en spelen daarna een Kahoot!-quiz. De laatste fase is een korte spreekoefening: de leerlingen geven op basis van de verworven kennis aan of ze Shakespeare nog relevant vinden anno 2017.

itilt2
Filmpje over lessenreeks rond Shakespeare

Het tweede filmpje beschrijft de virtuele uitwisseling met een school uit Missouri (VS), waarover ik eerder deze blogpost schreef.

iTILT2
Filmpje over de lessenreeks ‘Global collaboration’

De filmpjes vormen niet alleen een herinnering aan leuke lessenreeksen, ze zijn vooral een warme herinnering aan een klasgroep die ik drie jaar lang begeleidde. Dank aan het iTILT-team voor dit mooie souvenir!

De website van iTILT2 bevat nog heel wat andere lesideeën om met technologie aan de slag te gaan tijdens taallessen en is dus een absolute aanrader!

Meer info?

Delen werkt – het zoveelste bewijs…

Delen werkt, zelfs tijdens de vakantie! Ik deelde eerder deze week in de Facebookgroep Lesideeën secundair onderwijs een herwerkte versie van mijn site Een fomele e-mail schrijven. Ik wou al langer een Engelse versie toevoegen zodat ik de site ook tijdens de lessen Engels kon gebruiken.

Formele mail
Een formele e-mail schrijven – update juli 2017

Extra afspraken

Tijdens de afrondende graadvergadering in juni kwam het sturen van berichten in Smartschool ook ter sprake. Het leek me daarom een goed idee om op basis van de gevoerde discussie nog enkele extra afspraken toe te voegen aan de instructies.

extra afspraken formele mail
Extra afspraken

En français

Zoals gewoonlijk vroeg ik na de aanpassing op Facebook om suggesties of opmerkingen. Omdat ik de instructies ook graag in het Frans, Duits en Spaans zou willen toevoegen, vroeg ik ook of iemand mee wou helpen. Al snel volgde reactie. Dankzij Cathy Debast (GO! Atheneum Anderlecht) staat er nu ook een Franse versie online.

Delen = tweerichtingsverkeer

Het sterkt mijn idee dat het delen van materiaal een win-winsituatie is voor alle partijen. Hierover schreef ik eerder al een blogpost. Hopelijk kan ik binnenkort ook nog een Duitse of Spaanse versie toevoegen aan de website. In een volgende fase zou ik graag ook nog goede voorbeelden toevoegen die als schrijfkader kunnen dienen voor de leerlingen. Maar nu is het nog even… vakantie!

feedback

Meer info?

Leren met ICT – Een site rond feedback geven in de nieuwe Google Sites

Een van mijn eerste blogposts ging over de kracht van feedback. Op dit moment bereid ik de lessenreeks voor die ik in deze blogpost beschrijf. Op basis van het materiaal van vorig jaar bouwde ik met de nieuwe (nuja) Google Sites een eenvoudige website rond het geven van feedback. Je vindt er tips en voorbeelden van feedback van leerlingen.

Feedback geven in de nieuwe Google Sites
‘Feedback geven’ gemaakt met de nieuwe Google Sites

De ‘nieuwe’ Google Sites

Dit is mijn derde site in de (nu al niet meer zo) nieuwe versie van Google Sites. Eerder maakte ik een website over het schrijven van een formele e-mail en eentje rond het gebruik van het-woorden. Sinds de lancering in november 2016 zijn er nog maar enkele opties toegevoegd. Blijkbaar zou de nieuwe versie tijdens de komende maanden verder aangevuld worden met de mogelijkheden van de oude Google Sites (die uiteindelijk zou verdwijnen).

Opties in de nieuwe Google Sites
Opties in de nieuwe Google Sites

Ik ben helemaal fan van de manier waarop je in deze nieuwe versie een site kunt bouwen. De lay-out is eenvoudig en zelfs een leek slaagt erin om binnen de vijf minuten een website online te krijgen. Het feit dat je in de nieuwe Google Sites in een handomdraai documenten uit je Drive integreert, lijkt me heel veel mogelijkheden te bieden voor het onderwijs. Een Google Site wordt zo al snel een elektronisch portfolio waarin leerlingen hun werk op een eigentijdse manier kunnen tonen.

De sites die je maakt, kun je eenvoudigweg terugvinden in je Google Drive (zie afbeelding onder). Voorlopig lukt het om technische redenen helaas nog niet om een site te kopiëren binnen Google Drive. Zodra dit mogelijk wordt, zou je bijvoorbeeld een sjabloonwebsite kunnen maken voor een portfolio en die met je leerlingen kunnen delen via Google Classroom. Zo kunnen ze allemaal met een zelfde type website starten aan hun portfolio.

Google Sites in Google Drive

Een site over feedback geven?

Je vraagt je misschien af waarom ik een site wou maken over feedback geven? Formatieve evaluatie staat of valt bij de kwaliteit van de feedback die gegeven wordt. Vaak is dit feedback van de leerkracht, maar soms is het erg waardevol om leerlingen aan elkaar feedback te laten geven. Het is  als leerkracht bovendien erg leerrijk om feedback te krijgen van je leerlingen.

Feedback geven is een vaardigheid die je kunt leren. Wanneer ik leerlingen in september vraag wat ze van een opdracht van een andere leerling vinden, krijg ik vaak vage en ietwat gemakzuchtige antwoorden:

‘Ik vond het goed, mevrouw.’

Tijdens het schooljaar probeer ik te bouwen aan een klimaat waarin leerlingen op een veilige manier feedback kunnen geven aan elkaar. Dit is niet in elke groep even eenvoudig, maar met enige inspanning lukt het toch om grote stappen te zetten.

Ik vind het zinvol om leerlingen voorbeelden te tonen van goede feedback. Op de website heb ik ook opmerkingen verzameld die ik vaak lees of hoor, maar die ik te vaag of te onpersoonlijk vind.

‘Wat kon er beter?’ (vraag leerkracht)

‘Taalfouten in presentatie’ (antwoord leerling – peerfeedback)

Een leerling kan enkel leren uit de feedback als de fouten benoemd worden en hij informatie krijgt over het effect op de toehoorder of de lezer:

‘Jammer genoeg stonden er in je presentatie enkele vermijdbare spelfouten (‘word’ i.p.v. ‘woord’, …). Ik denk dat dit slordig overkomt.’

Verder voegde ik nog het filmpje toe over Austin’s Butterfly (als je dit nog niet kent, het staat onderaan de hoofdpagina en geeft mooi de kracht van feedback weer) en een beperkt schrijfkader over het schrijven van een ik-boodschap om leerlingen te stimuleren om te variëren in zinsbouw, ook wanneer ze feedback geven aan elkaar.

Ik had de informatie ook kunnen aanbieden op papier, of via een Google Doc. Ik had de informatie initieel ook opgelijst in een Google Doc. Het voordeel van een site is dat die overal toegankelijk is, en vooral ook op alle devices bekeken kan worden. Dat vind ik nog een van de sterktes van de nieuwe Google Sites: de inhoud wordt mooi aangepast aan je device.

Google Sites op je telefoon
Google Sites op je telefoon

Heb jij de nieuwe Google Sites ook al geprobeerd? Ik hoor het graag!

Meer info?

Tip! DMaterial Iconse icons die ik op de bovenstaande sites gebruik, zijn te vinden op de website van Material Icons. Deze geweldige database met icoontjes is vrij te gebruiken. Love & kudos!