Moeilijk door de moedertaal

In een vorig leven hield ik me bezig met contrastief taalkundig onderzoek. In mensentaal: ik vergeleek de grammatica van het Nederlands en het Russisch. In een zoektocht naar meer maatschappelijk engagement maakte ik enkele jaren geleden de overstap naar het secundair onderwijs. Mijn taalkundig hart maakt echter nog altijd hevige sprongetjes als ik merk dat anderen bruggen bouwen tussen abstract taalkundig onderzoek en maatschappelijk relevante thema’s. Vandaag wil ik jullie aandacht vestigen op de website Moedertaal in NT2, een website die de moeilijkheden van verschillende moedertaalsprekers in het Nederlands blootlegt.

Typische fouten

In mijn dagdagelijkse praktijk als taalleerkracht in een secundaire school in Antwerpen merk ik dat leerlingen met een meertalige achtergrond gelijksoortige fouten maken. Het betreft fouten die elke taalleerkracht zal herkennen:

  • fouten tegen het gebruik van de lidwoorden
  • fouten tegen het woordgeslacht
  • fouten tegen de woordvolgorde van het Nederlands
  • fouten tegen de uitspraak van bepaalde letters

Leerkrachten Nederlands zijn meestal niet opgeleid als leerkrachten NT2 (Nederlands als tweede taal). Bovendien zijn veel leerlingen in de grootstedelijke context geen NT2-leerlingen of (ex-)OKAN-leerlingen. Zij leren het Nederlands van jongs af aan via immersie en krijgen de taal niet expliciet (op de schoolbanken) aangeleerd als vreemde taal. Het leerplan gaat bovendien niet in op deze problematiek.

Geef leerkrachten Nederlands de ondersteuning die ze nodig hebben

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de methodes voor het vak Nederlands helemaal niet afgestemd zijn op de noden van dit specifieke doelpubliek. En dus moeten leerkrachten hun plan maar trekken en zelf materialen voorzien die wel inspelen op de noden van deze leerlingen. Dat dit niet evident is, lijkt me een understatement. Ik wil hier daarom nogmaals een oproep doen om leerkrachten de ondersteuning te bieden die ze nodig hebben om in de grootstedelijke context het vak Nederlands te geven.

Gelukkig zijn er initiatieven die ons wél kunnen helpen. Een hele tijd geleden werd ik gewezen op een initiatief van onderzoekers van de Universiteit Utrecht, Moedertaal in NT2. Deze website wil de specifieke moeilijkheden in kaart brengen die moedertaalsprekers van andere vreemde talen hebben wanneer ze Nederlands als tweede taal studeren.

Momenteel biedt de website informatie aan voor sprekers van het Engels, Marokkaans-Arabisch, Pools, Russisch, Spaans, Syrisch-Arabisch, Tigrinya, Tsjechisch en het Turks. Ik begon zelf recent Turks te leren via zelfstudie en ook in de omgekeerde richting (Nederlands > vreemde taal) biedt de website een schat aan informatie om de vreemde taal beter te beheersen.

Moeilijkheden door de moedertaal

Voor elk van de vermelde talen vermeldt de website een overzicht van de moeilijkheden die kunnen ontstaan wanneer moedertaalsprekers van deze taal het Nederlands leren. Deze moeilijkheden worden opgedeeld in verschillende domeinen, zoals uitspraak, zelfstandige naamwoorden en zinsbouw.

Screenshot van Moedertaal in NT2

Voor elk van deze domeinen volgt een beschrijving in niet al te complexe taal. De website maakt uiteraard gebruik van taalkundige terminologie (kennis van de woordsoorten is bijvoorbeeld een must!), maar geeft telkens ook voorbeelden in de vreemde taal en het Nederlands.

Voorbeeld van een toelichting op Moedertaal in NT2 met betrekking tot het Russisch

Welke letters van het Nederlandse alfabet veroorzaken moeilijkheden bij de uitspraak in het Nederlands? Heeft de vreemde taal lidwoorden? Kent de vreemde taal ook woordgeslacht? Zijn er opvallende verschillen in woordvolgorde die ervoor zorgen dat taalgebruikers geneigd zijn om bepaalde fouten te maken in het Nederlands op basis van de structuur in hun moedertaal? Het antwoord op deze en nog vele andere vragen kun je vinden op de website.

Moet ik nu ook al vreemde talen leren?

Betekent dit dat leerkrachten Nederlands ook kennis moeten hebben van al deze talen? Natuurlijk niet! De website biedt echter een rijke database aan voorbeelden en achtergrondinfo om het taalinzicht van je leerlingen te verbeteren, zodat ze zelf gericht aan de slag kunnen met hun werkpunten in het Nederlands. De website geeft misschien ook een (geruststellende?) verklaring voor de hardnekkige fouten die leerlingen blijven maken, ondanks de feedback die door de leerkracht gegeven wordt.

Leerlingen uit een derde graad zouden al zelfstandig met deze info aan de slag moeten kunnen. Voor velen zal deze website ook inzicht bieden in de grammatica van de moedertaal, aangezien die meestal ook niet expliciet aangeleerd geweest is.

Lesidee taalverwantschap

Werk je als leerkracht Nederlands in je lessen rond taalverwantschap? Dan biedt deze website misschien ook een interessante insteek om wat dieper in te gaan op gelijkenissen en verschillen tussen talen die wat minder bekend zijn! Laat leerlingen een onderwerp kiezen op de website en de info vergelijken met de vreemde talen die ze kennen. Welke gelijkenissen zien ze? Welke verschillen zijn er? Laat je leerlingen bijvoorbeeld op zoek gaan naar SOV-talen die ze kennen: talen die het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp voor het werkwoord plaatsen.

Oproep

Een duidelijke visie rond de invulling van het vak Nederlands zal centraal blijven staan in het debat rond onderwijskwaliteit. En terecht. De website ‘Moedertaal in NT2‘ is een mooi voorbeeld van een manier om via de moedertaal van je leerlingen het Nederlands te versterken. Geef leerkrachten Nederlands in de grootstedelijke context voldoende materialen en middelen om doelgericht aan de slag te gaan. Bevraag leerkrachten naar hun noden. Bestaande methodes zijn te veel afgestemd op de (onbestaande?) Vlaamse middenmoot . Als we het verschil willen maken en de lat voor Nederlands voor iedereen hoog willen leggen, moeten we ervoor zorgen dat leerkrachten de juiste middelen in handen hebben. Welke leermiddelen uit de klaspraktijk van de NT2-leerkracht zijn ook inzetbaar in het reguliere onderwijs binnen het vak Nederlands of als ondersteuning voor het taalbeleid op school? Hoe kunnen we de beschikbare expertise tot op de klasvloer krijgen?

Luisterliefde: podcasts in de klas gebruiken

Het beluisteren van podcasts en audioboeken is een van mijn favoriete bezigheden. Ik vind het ontspannend, omdat ik me tijdens het beluisteren volledig moet toeleggen op het gesproken woord. Wanneer ik lees of een film bekijk, betrap ik mezelf er regelmatig op dat mijn gedachten tijdens het lezen of luisteren nog afdwalen. Wanneer ik alleen maar hoef te luisteren ben ik daar veel minder snel toe geneigd. Die focus op het woord werkt gek genoeg bevrijdend in mijn hoofd. Ik weet dat er heel wat podcastliefhebbers zijn die podcasts beluisteren in dubbel tempo, omdat ze het anders te traag vinden, voor mij vormt die traagheid net de charme van het medium.

Serial

Mijn liefde voor podcasts ontstond ergens in 2014, toen ik – nota bene door een oud-studente – werd gewezen op de podcast Serial en de mogelijkheden die deze podcast bood voor mijn lessen Engels. Ik was meteen verkocht en helemaal in de ban van het verhaal van Adnan Syed. Na het beluisteren van de volledige reeks ging ik al snel op zoek naar een alternatief om de ontstane leemte te vullen.

Al snel bleek dat er podcasts zijn over alle onderwerpen die je maar kunt bedenken. Er zijn heel wat podcasts in het genre van Serial: non-fictieseries die bestaan uit meerdere afleveringen, in detail inzoomen op een waargebeurd verhaal en opvallen omwille van een sterke nadruk op het narratieve en zelfs artistiek-literaire aspect. Ook Missing Richard Simmons en S-Town konden me in die periode erg bekoren.

Daarnaast zijn er ontelbaar veel informatieve podcasts. Meestal draait de podcast rond een bepaald domein (economie, kunst, film, technologie, onderwijs, …) en staat er in elke aflevering van de podcast een vraag of stelling centraal. De informatieve podcast die ik de voorbije jaren het vaakst beluisterd heb, is ongetwijfeld Freakonomics.

Podcasts in de klas?

Mogelijk klinkt dit herkenbaar: Vrijwel bij elk boek dat ik lees zie ik mogelijkheden om met het boek aan de slag te gaan in de klas. Zo gaat het ook met de podcasts die ik beluister. Af en toe werk ik een idee concreet uit tot een les of lessenreeks rond luistervaardigheid. Ik probeer hieronder enkele voorbeelden te beschrijven:

Klassikaal beluisteren

Al enkele jaren op rij beluister ik ten minste één aflevering van het eerste seizoen van Serial klassikaal tijdens mijn lessen Engels in 6 aso. De serie blijft boeien en weet ook elk jaar heel wat van mijn leerlingen te raken. In podcasts komen meestal verschillende actoren en perspectieven aan bod. Serial is bovendien rijk aan verschillende sociolecten. Die talige rijkdom maakt podcasts net zo boeiend. De eerste episode van Serial duurt ongeveer 50 minuten en ik besteed er dus twee lessen aan (tijdens de eerste les een korte voorbespreking en de eerste helft, tijdens de volgende les de tweede helft en een nabespreking).

Wanneer we de aflevering klassikaal beluisteren, onderbreek ik af en toe om cruciale woordenschat (in het voorbeeld van Serial bijvoorbeeld het woord ‘affidavit‘) of taalkundige bijzonderheden te bespreken. Ik probeer het aantal onderbrekingen te beperken om de sterke opbouw niet verloren te laten gaan.

En mijn les van vandaag dan?

Nadat we dit jaar een halve aflevering in de klas hadden beluisterd, kwamen meerdere leerlingen me spontaan opzoeken om me te melden dat ze al tot episode drie of vier geraakt waren. Mijn eerste reactie is dan altijd paniekerig: ‘En mijn les van vandaag dan?!‘ Dat idee verdwijnt al snel zodra ik besef dat ze op eigen initiatief twee uur intensief geluisterd hebben en duidelijk mee in het verhaal gezogen werden. Mission completed!

Werken met het transcript

Het grote voordeel aan de grote podcasts is dat er meestal ook een transcript beschikbaar is. Dat staat vaak op de website van de podcast zelf, maar is bij de populairste podcasts ook te vinden via de geweldige website Genius (die leerlingen meestal wel kennen omdat ze er betekenissen in interpretaties van songteksten kunnen vinden). Dankzij deze transcripts kunnen leerlingen mee lezen tijdens het luisteren (lees ook mijn blogpost over het gebruik van ondertitels bij Netflix) en verbinden ze klank- aan woordbeeld.

Een extra voordeel aan het gebruik van Genius is dat er door luisteraars annotaties aan het transcript zijn toegevoegd. Dat zijn meningen en bedenkingen van luisteraars, of opmerkingen over de vorm of het taalgebruik in de podcast, maar soms zijn het ook documenten die gelinkt kunnen worden aan de inhoud van de podcast, zoals foto’s en krantenartikels.

Podcast transcript annotations on Genius

Voorbeeld van een annotatie bij de eerste episode van Serial season 1 in Genius

In het geval van Serial zorgen deze annotaties ervoor dat leerlingen een veel sterker besef krijgen van het waargebeurde aspect van het verhaal (dat door de sterke nadruk op de vormelijke aspecten soms wat naar de achtergrond verdwijnt). Op de website van Serial zelf staan nog talloze links naar authentieke documenten, foto’s en kaarten die in de klas besproken kunnen worden.

Ik gebruik het transcript ook voor een voor- en nabespreking van de aflevering en vraag leerlingen om doelgericht te luisteren en te lezen. Soms moeten ze zoeken naar voorbeelden van een geziene grammaticale constructie, soms krijgen ze een andere gerichte opdracht (zoek voorbeelden van gebruik accent, woordkeuze, register, connotatie, …).

Het zoeken van voorbeelden van een past perfect en een past pefect continuous (Mevrouw, wie gebruikt die tijden ooit?) is meestal een voltreffer. In gesproken taal is de past perfect van regelmatige werkwoorden moeilijk te onderscheiden van de simple past aangezien het hulpwerkwoord had in de uitgesproken vorm sterk gereduceerd wordt en soms zelfs volledig lijkt te verdwijnen (waardoor het onderscheid tussen een past simple en een past perfect alleen duidelijk wordt bij onregelmatige werkwoorden):

he waited – he had waited – he (‘d) waited

he broke – he had broken – he (‘d) broken

In het transcript zien de leerlingen de geschreven vorm staan. Door leerlingen bewust te wijzen op het gebruik van de tijd en de koppeling te maken tussen geschreven en gesproken taal, herkennen de leerlingen de vormen nadien zelf ook sneller en zullen ze hopelijk ook sneller de stap zetten naar het gebruik van deze tijden.

Individuele luisteropdracht

Een derde manier waarop ik met podcasts in de klas werk, is met een individuele luisteropdracht. Leerlingen brengen zelf een hoofdtelefoon mee en beluisteren een aflevering van een podcast individueel. Soms krijgen ze de keuze tussen een aantal afleveringen, soms beluisteren ze in groep een zelfde aflevering. Het keuzeaspect zorgt vaak voor een hogere betrokkenheid.

De opdracht van de leerlingen bestaat dan meestal uit drie delen:

  1. Maak schematische notities bij de aflevering.
  2. Noteer de woorden die niet tot je actieve woordenschat behoren en zoek indien nodig de betekenis op.
  3. Vat de aflevering mondeling samen en presenteer ze aan je leerkracht of aan een klasgenoot (dat laatste kan zorgen voor een interessante wisselwerking wanneer leerlingen verschillende afleveringen beluisteren).

Afhankelijk van de doelen die ik wil bereiken met de opdracht, zal ik het gebruik van het transcript al dan niet toestaan, adviseren of verplichten. Een voorbeeld van een individuele luisteropdracht die ik voor mijn lessen maakte, vind je op KlasCement.

De podcasts die ik hierboven vermeld heb, zijn allemaal Engelstalig. Uiteraard (en gelukkig maar!) zijn er ook heel wat podcasts in het Nederlands beschikbaar. Beluister bijvoorbeeld eens een van de pareltjes uit Iemand, een podcast gemaakt door Ward Bogaert en Philip Heymans.

Recent werd op Twitter een oproep gelanceerd om Belgische podcasts te verzamelen in een overzicht. Beluister jij graag podcasts? Ken jij nog Belgische podcasts? Gebruik je ze in de klas? Laat iets weten!

Meer info?