Leesvaardigheid in het Engels trainen met CommonLit

Leerkrachten Engels kunnen terugvallen op heel wat online lesmaterialen bij het voorbereiden van hun lessen. Het is één van de redenen waarom ik zelf nooit vragende partij was om voor het vak Engels een handboek of methode te gebruiken, zeker niet in het zesde jaar secundair onderwijs, waarin leerlingen toch voorbereid zouden moeten worden om het Engels zowel actief als passief in authentieke contexten zelfstandig te kunnen gebruiken. De voorbije jaren verdiepte ik me dus regelmatig in tools en websites die op het internet beschikbaar zijn.

Commonlit

Een van de tools die ik zelf het meesr waardevol vond om tijdens mijn lessen Engels te gebruiken, is CommonLit. Het is een online platform met teksten in het Engels (en het Spaans) over een breed gamma aan onderwerpen. De database bevat zowel zakelijke als literaire teksten en categoriseert teksten ook op basis van lexicale complexiteit, genre en onderwerp.

Een tekst zoeken op basis van een thema of leesniveau

Via Commonlit kun je als leerkracht eenvoudig leesvaardigheid trainen en testen. Als je de tool op een computer laat gebruiken, biedt de website de mogelijkheid om inhoudsvragen te beantwoorden tijdens het lezen. Leerlingen kunnen ook een woordenboek gebruiken en zelf aantekeningen maken bij de tekst. Leerkrachten kunnen de aantekeningen van hun leerlingen ook lezen en er feedback op geven.

Een tekst selecteren en als opdracht aanbieden via Commonlit

Na het lezen krijgen de leerlingen enkele meerkeuzevragen op structurerend en beoordelend niveau, waarbij leerlingen bijvoorbeeld verbanden tussen alinea’s moeten benoemen en moeten kunnen aantonen welke alinea’s of woorden hun antwoord op deze vragen staven.

De meerkeuzevragen worden automatisch verbeterd. Als leerkracht krijg je meteen een overzicht van de antwoorden van alle leerlingen. Via een kleurencode kun je al snel bepalen welke vragen moeilijk waren voor de hele groep.

Overzicht resultaten meerkeuzevragen en open vragen in CommonLit

Bij elke tekst zijn daarnaast ook twee open vragen voorzien. Leerkrachten kunnen deze vragen efficiënt (en zelfs geanonimiseerd) verbeteren en van feedback voorzien. Voor de open vragen wordt ook een modelantwoord voorzien.

Je kunt deze leesvaardigheidstesten niet alleen op de computer laten maken, maar de teksten (inclusief de vragen) en de verbetersleutels ook downloaden als pdf, zodat je de leerlingen ook op papier kunt laten werken.

Modelantwoord en anonieme verbetermodus voor open vragen in CommonLit

Meer dan een database van teksten

CommonLit is meer dan een database van teksten met vragen. Je kunt er als leerkracht een hele les(senreeks) mee opbouwen. Voor elke tekst zijn er paired texts voorzien, teksten die handelen over een zelfde onderwerp en die als remediërings- of uitbreidingsmateriaal gebruikt kunnen worden.

Bovendien zijn er ook discussievragen op beoordelend niveau voorzien. Deze vragen lenen zich vaak uitstekend voor een gespreksoefening in de klas. Onder Related media vind je bovendien voor de meeste teksten videofragmenten terug waarmee je het onderwerp of de auteur van de tekst kunt inleiden. Al deze materialen zijn vrij op het internet beschikbaar en kunnen dus door leerlingen ook zelfstandig (op afstand) verwerkt worden.

Bij elke tekst op CommonLit vind je filmpjes om het onderwerp of de auteur van de tekst mee in te leiden

Wanneer je één tekst kiest op Commonlit, kun je dus werken aan de vier verschillende vaardigheden. In een volgende blogpost leg ik je uit hoe ik met een vorm van peerfeedback werkte rond schrijfvaardigheid bij een van de teksten die ik vond op CommonLit.

Gratis

Het gebruik van de tool is gratis voor leerkrachten en leerlingen, je moet als leerkracht mogelijk alleen contact nemen met de beheerders van Commonlit om je schooldomein te registreren. Commonlit kan gemakkelijk geïntegreerd worden in Google Classroom, maar het je kunt ook via de tool zelf leerlingen uitnodigen met een klascode.

We staan momenteel opnieuw voor een periode van afstandsonderwijs. CommonLit is bij uitstek geschikt om in een tweede en derde graad secundair onderwijs te gebruiken om leerlingen zelfstandig thuis aan de slag te zetten. Het loont dus de moeite om de mogelijkheden van deze tool te verkennen. Veel succes tijdens de komende weken!

Meer info?

Website CommonLit
Video: CommonLit uitgelegd in 3 minuten

Afspraken maken met leerlingen

In coronatijden is het belangrijk om voldoende contact te behouden met leerlingen en leerkrachten. Ik wil zelf voldoende beschikbaar zijn, maar tegelijkertijd ook mijn werklast beperken en ook mijn grenzen afbakenen. Dankzij afspraakeenheden kan ik via Google Agenda mijn beschikbaarheid voor leerlingen en collega’s kenbaar maken. Gemaakte afspraken komen meteen ook in mijn agenda terecht. Misschien is dit voor jou ook wel zinvol? Ik maakte een filmpje over het maken van afspraakeenheden.

Hoe bewaar jij het overzicht in je agenda in deze tijden van afstandsonderwijs?

Hoe groot is jouw woordenschat in het Engels?

In een vorige blogpost over het gebruik van de tool Learning Languages with Netflix raakte ik het onderwerp woordenschatgrootte aan. Dit is een onderwerp dat mij al lang interesseert en intrigeert. Al vier jaar op rij meet ik in het begin van het schooljaar bij mijn leerlingen van het zesde jaar de passieve woordenschat in het Engels. Ik gebruik hiervoor de tool my.vocabularysize.com, een tool die gebaseerd is op het werk van wetenschapper Paul Nation.

Woordenschatgrootte meten?

Er zijn verschillende redenen om de woordenschatgrootte van leerlingen te meten. Onderzoek wijst (niet verrassend) op een sterke correlatie tussen woordenschatgrootte en lees- en luistervaardigheid. We weten bijvoorbeeld dat leerlingen een bijzonder hoog percentage van woorden moeten kennen voor ze een gelezen tekst zullen begrijpen. Het is dus belangrijk om een inschatting te kunnen maken van het woordenschatniveau om te kunnen differentiëren. Mijn ervaring leert me dat de verschillen in woordenschatgrootte in een zesde jaar ontzettend groot kunnen zijn.

Daarnaast zijn er steeds meer tools die het leren ondersteunen door rekening te houden met woordfrequentie en woordenschatgrootte. Mijn favoriete tool is Word Wise van Amazon Kindle dat woorden met een lagere frequentie detecteert en boven de tekst verklaringen geeft voor deze woorden. Gebruikers kunnen zelf aangeven hoeveel aanwijzingen ze willen zien.

Word wise in de Kindle e-reader app

Ook de ondertitelingstool voor Netflix maakt gebruik van woordfrequentie om taalgebruikers te ondersteunen. De tool markeert moeilijke woorden in ondertitels. Gebruikers kunnen aangeven op welk ‘level’ ze woorden willen zien:

Meten is weten

De vraag is natuurlijk hoe je als gebruiker een inschatting kunt maken van je eigen woordenschatgrootte. Voor het Engels is My Vocabulary Size dus een manier. De test bestaat uit 140 meerkeuzevragen en als je de test in de klas laat maken, moet je toch een lesuur voorzien om voldoende tijd te hebben om het nut en de werking van de tool uit te leggen. Leerlingen haken bijvoorbeeld af op woorden die ze nog nooit hebben gezien, ze dreigen hierdoor ontmoedigd te geraken. De test peilt echter naar kennis van woorden uit verschillende ‘frequentielagen’ van het Engelse lexicon en het is dus erg normaal dat ze woorden zullen tegenkomen waarmee ze niet vertrouwd zijn. Het vergt dus enig doorzettingsvermogen om de test af te leggen.

De gemakkelijkste manier om de tool te leren kennen, is de test gewoon zelf maken. Hieronder beschrijf ik je hoe je zelf een testsessie kunt maken voor een klasgroep.

Zelf aan de slag

In 5 stappen leg ik je uit hoe je voor je eigen klas een testsessie aanmaakt. Als je de test zelf eerst wil maken, ga dan naar stap 5 en gebruik de logingegevens om de test zelf te maken.

stap 1: registreren en een testsessie aanmaken

Zodra je op de website geregistreerd bent als leerkracht, kun je een groepstest aanmaken. Selecteer ‘Create a group test’ en kies dan voor ‘monolingual / English’.


stap 2: extra parameters opvragen

Voorzie velden zodat je de leerlingen kunt identificeren (naam, voornaam, klas, nummer, rolnummer, …). Je kunt deze gegevens in het begin van de test opvragen (pre) of op het einde (post). Mijn advies is om de gegevens die je nodig hebt om de leerlingen te identificeren in het begin op te vragen.


stap 3: controleer identificatievragen

Controleer of de extra vragen op de juiste plaats staan.

stap 4: een testsessie aanmaken

Kies een naam voor deze groepstest (bv. klasgroep + jaar) en kies een toegangscode. Stel in hoeveel leerlingen de test kunnen maken binnen deze sessie.


stap 5: communiceer de gegevens met de klasgroep

Met de onderstaande gegevens kun je de test hier zelf afleggen. Gebruik de toegangscode ‘test’ om te test te starten.

Na de test

Na de 140 vragen moeten de leerlingen nog enkele gegevens invullen voor ze hun resultaten krijgen. Het is belangrijk om dt op voorhand te vermelden. De gegevens worden verzameld voor wetenschappelijk onderzoek. Leerlingen kunnen ook aangeven dat ze de gegevens liever niet willen delen.

Leerlingen krijgen individueel hun resultaat te zien, maar als leerkracht kun je het resultaat van de hele groep bekijken onder ‘View results’.

Resultaten interpreteren?

Het is nadien ook belangrijk om de resultaten te kaderen. Leerlingen krijgen in principe een resultaat tussen 0 en 14 000. Wanneer ze het hoogste resultaat bereiken kan het zijn dat het woordenschatniveau hoger ligt (meer toelichting in de FAQ bij de test). Het resultaat is een ruwe schatting, betreft bovendien woordfamilies en geen losse woorden en daarom zegt het cijfer op zich niet zoveel. Interessanter is de toelichting onder het resultaat zelf en de verhoudingen binnen de klasgroep.

Info over de interpretatie van de resultaten op https://my.vocabularysize.com/

Zoals bij elke test is houding van de leerling ten opzichte van de test een eerste belangrijke factor om mee rekening te houden. Het lijkt me daarom bijvoorbeeld weinig wenselijk om de test als huiswerk op te geven.

Toen ik de test de eerste keer in de klas afnam, heb ik hem op het einde van het schooljaar opnieuw laten afleggen. Ik merkte toen dat er mogelijk sprake was van een herhalingseffect en heb de test daarom de voorbije jaren enkel in het begin van het schooljaar laten afleggen. Het zou natuurlijk interessant zijn om een tweede meting te doen, maar ik denk dat een periode van één schooljaar een te korte tijdspanne is om via deze test duidelijke effecten in kaart te brengen.

Ken jij tools waarmee je woordenschat kunt meten in het Engels of voor andere talen? Heb je ervaring met deze testen in de klas? Ik hoor het graag.

Meer info?

Zes manieren om in de klas te werken met vertaalmachines

In een vorige blogpost schreef ik over het gebruik van vertaalmachines in de klas. Op basis van mijn bericht ontstond een discussie op het forum van KlasCement. Collega’s Erik, Hans en ikzelf brachten ondertussen enkele lesideeën samen in een publiek gedeelde Google Slides.

Op deze manier willen we voorbeelden verzamelen waarmee we leerlingen duidelijk kunnen maken hoe ze vertaalmachines en vertaaltechnologie op een goede manier kunnen inzetten in het leerproces. Deze presentatie is nu beschikbaar gemaakt op KlasCement, zodat iedereen ideeën kan toevoegen. De teller staat momenteel op 5 werkvormen en 6 tips.

Zelf een idee toevoegen? Graag!

Heb je zelf nog een idee dat je wil toevoegen aan de presentatie? Je vindt het leermiddel op KlasCement. Je kunt zelf nieuwe tips en werkvormen toevoegen aan de presentatie. Als je niet goed weet hoe dat moet, mag je het idee op de laatste slide noteren, mij een bericht sturen of een reactie schrijven bij het leermiddel op KlasCement.  Je collega’s die vreemde talen onderwijzen zullen je dankbaar zijn!

Mediawijsheid – Rechtenvrije afbeeldingen op Pixabay

Vlak voor de start van het nieuwe schooljaar zijn heel wat leerkrachten druk in de weer om hun lessen voor te bereiden en hun lesmaterialen te herschrijven. Foto’s en beeldmateriaal maken onze leermiddelen attractiever. Leerkrachten zijn daarom vrijwel constant op zoek naar passende afbeeldingen of video’s bij een les of lessenreeks. In deze blogpost vertel ik je over Pixabay, mijn favoriete  voorraadkast vol rechtenvrije afbeeldingen.

Pixabay
Foto van een voorraadkast door Pixabay-gebruiker Floragrauso

Waarom rechtenvrij?

Leerkrachten moeten rekening houden met auteursrechten. Er zijn weliswaar enkele uitzonderingen op het auteursrecht voor educatief gebruik, maar wanneer je online lesmaterialen deelt (via leerplatformen, sociale media of bijvoorbeeld via KlasCement), ben je gebonden aan het auteursrecht. Niet alleen voor lesmaterialen, maar ook voor blogposts als deze is dit auteursrecht natuurlijk van toepassing. In juli publiceerde leraar en onderwijsblogger Marc nog dit bericht over een claim die hij kreeg naar aanleiding van een foto die hij in een blogpost had gebruikt. Je bent als leerkracht dus maar best op de hoogte van auteursrechten en het gebruik van media in professionele context.

Mediawijs, het goede voorbeeld

Zelf vind ik het ontzettend belangrijk om als leerkracht het goede voorbeeld te geven aan leerlingen in het kader van mediawijsheid: zomaar foto’s plukken van het internet en daarna weer verspreiden is eenvoudigweg niet OK. Ik probeer dus systematisch ook bronvermeldingen toe te voegen aan mijn eigen lesmaterialen en deel mijn eigen werk via een Creative Commonslicentie (lees ook deze blogpost over het delen van lesmaterialen). Ik toon leerlingen bijvoorbeeld ook hoe ze de herkomst van een afbeelding kunnen traceren via een Google Reverse Image Search.

Het ‘handige’ aan Pixabay is dat je voor de foto’s die je er kunt vinden zelfs geen naamsvermelding hoeft te plaatsen.  Alle licenties worden gedeeld onder de CC0-verklaring,  wat concreet betekent dat de gedeelde foto’s  tot het publieke domein behoren en voor alle doeleinden (inclusief commerciële doeleinden dus) gebruikt kunnen worden. Naamsvermelding wordt uiteraard wel gewaardeerd, maar is geen verplichting.Pixabay

Pixabay als uitverkorene?

Ik kreeg de gouden tip om met Pixabay te werken van moderator Els van KlasCement. Zij gaf terecht aan dat je op de website vrijwel over elk onderwerp mooie afbeeldingen kunt vinden. Ik hoef zelden nog op zoek op andere websites. Die zijn er natuurlijk wel, en zullen ongetwijfeld ook nog schatten aan afbeeldingen te bieden hebben. De voordelen van Pixabay vind ik:

  • de kwaliteit van de afbeeldingen
  • het grote aanbod
  • de mogelijkheid om ook in het Nederlands te zoeken
  • het feit dat je niet hoeft in te loggen: enkel wanneer je foto’s in de hoogste resolutie wil downloaden, moet je ingelogd zijn, maar voor de meeste toepassingen is de op één na hoogste resolutie zeker voldoende
  • de mogelijkheid om te publiceren zonder naamsvermelding: soms is dit handig omwille van de tijdsdruk, soms ook om esthetische redenen…

Er zijn natuurlijk nog heel wat andere websites waar je rechtenvrije media kunt downloaden (het betreft natuurlijk niet alleen afbeeldingen, maar bijvoorbeeld ook muziek). Onderaan deze blogpost vind je een link naar leermiddelen op KlasCement met de zoekterm rechtenvrij. Je vindt er hele lijsten van beeld- en geluidsbanken met rechtenvrije media.

Opgelet!

De eerste rij afbeeldingen die je te zien krijgt na een zoekopdracht op Pixabay (zie bijvoorbeeld deze zoekopdracht met trefwoord ‘cats’), zijn afbeeldingen van Shutterstock, een betalende beeldbank die adverteert op Pixabay. Deze afbeeldingen staan in een gekleurde balk met een kleine vermelding “Sponsored Images Shutterstock“. Je kunt vlak onder die balk ook lezen dat Pixabay je meer dan 20.000 gratis afbeeldingen van katten aanbiedt. De afbeeldingen op Shutterstock zijn niet gratis, je klikt dus best niet op de foto’s in de balk bovenaan (erg is het natuurlijk niet: je wordt gewoon doorverwezen naar Shutterstock). Toch even opletten dus.

Tijdens de laatste twee weken van augustus begin ik zelf het nieuwe schooljaar voor te bereiden. Ik zal daarbij dus zeker een gebruik maken van Pixabay. Waar haal jij de afbeeldingen die je gebruikt in je lesmaterialen? Hoe werk jij rond mediawijsheid in de klas? Ik verneem het graag…

Meer info?

Google Translate tijdens de lessen MVT: een vloek of een zegen?

✻✻✻
Dit bericht over Google Translate werd opgepikt door KlasCement. Discussieer mee via de link onderaan deze pagina.
✻✻✻ 

Als taalleerkracht ben ik erg begaan met plagiaatpreventie. Ik vind het belangrijk dat feedback bij schrijftaken op een efficiënte manier gegeven wordt en dat de focus sterk ligt op het leerproces van de leerling. Het spreekt voor zich dat plagiaat de efficiëntie van de leerkracht en het leerrendement van de leerling in de weg staat. Enige tijd geleden schreef ik een blogpost met 5 tips om om te gaan met plagiaat.

Google Translate: te weinig op de agenda?

Er is echter één puzzelstuk dat nog ontbreekt in mijn plagiaatpuzzel: Hoe ga ik als taalleerkracht om met het gebruik van machinale vertaling bij schrijfoefeningen binnen de lessen MVT? Is het gebruik van Google Translate een vorm van plagiaat die bestreden moet worden? Of moeten we vertaalmachines zien als een godsgeschenk en net maximaal inzetten op het gebruik van deze technologie in de klas? Het antwoord op deze vragen is niet eenduidig. Vreemd genoeg is het gebruik van vertaalmachines een onderwerp dat slechts weinig aan bod komt in gesprekken met vakcollega’s en tijdens nascholingen, het lijkt wel alsof we het collectief negeren. Toch merk ik dat het gebruik van tools als Google Translate en DeepL bij leerlingen tot de dagelijkse praktijk hoort. Is dit een probleem?

Enkele bedenkingen op basis van mijn eigen ervaring

  1. Het maken van een schrijfoefening zelf draagt ook bij aan het taalverwervingsproces. Wanneer het schrijfproduct niet alleen het doel is, maar het schrijven dus ook gezien wordt als middel om de taal te leren (wat volgens mij in de praktijk toch vaak het geval is) zijn vertaalmachines volgens mij absoluut te mijden. Om die reden zal ik schrijftaken hoofdzakelijk tijdens de les laten maken. We moeten erover waken dat we de kostbare tijd die we investeren in het verbeteren van taken niet steken in het verbeteren van taken die door machines vertaald werden. Hier wordt immers niemand beter van.
  2. Om de kwaliteit en de bruikbaarheid van een machinale vertaling te kunnen inschatten, moet het taalbeheersingsniveau van de leerling voldoende hoog liggen. Voor leerlingen die slechts een elementaire kennis van de vreemde taal hebben, vormt het gebruik van Google Translate eerder een hinderpaal dan een handig hulpmiddel. Het is belangrijk om de werking van een vertaalmachine aan deze leerlingen uit te leggen en in te gaan op mogelijke valkuilen bij het gebruik van deze vorm van vertaaltechnologie (door bijvoorbeeld voorbeelden te tonen van flagrante fouten die kunnen ontstaan door het gebruik van Google Translate).
  3. Machinale vertaling kan een hulp zijn voor taalgebruikers met een gevorderde kennis van de vreemde taal. Laat leerlingen tijdens de les experimenteren met het gebruik van deze tools (door bijvoorbeeld verschillende vertaalmachines met elkaar te vergelijken) en laat hen zelf inschatten hoe ze efficiënt gebruik kunnen maken van de beschikbare
    technologie.

Mijn vragen aan jullie:

  • Hoe gaan jullie om met vertaalmachines tijdens de lessen MVT?
  • Hoe leren jullie leerlingen omgaan met vertaalmachines?
  • Krijgen leerlingen nog schrijftaken mee naar huis, of worden de schrijftaken vooral in de klas gemaakt?
  • Welke voordelen zijn er verbonden aan het gebruik van vertaalmachines? Kunnen we dankzij deze technologie dingen die voorheen niet mogelijk waren?
  • Hebben jullie grappige anekdotes van leerlingen die bizarre fouten maakten door het gebruik van Google Translate en dit zelf niet opmerkten?

Reageer!

Deze vraag werd opgepikt door KlasCement. Discussieer je mee op het forum?  Ik kijk erg uit naar jullie reacties!

 

Feedback geven via een spraakmemo

Vaak wordt gezegd dat feedback geven tijdrovend is. In deze blogpost bespreek ik een vorm van feedback die weinig arbeidsintensief is, maar toch erg persoonlijk: de spraakmemo.

Feedback via een spraakopname kun je bij klassikale opdrachten inzetten (in de plaats van schriftelijke feedback, bijvoorbeeld), maar ik merk dat ik het zelf vooral gebruik om individueel extra toelichting te geven wanneer het niet meteen lukt om met een leerling samen te zitten.

Het voordeel van feedback via een spraakmemo is dat het erg persoonlijk is. Spreken gaat heel wat sneller dan schrijven, het is bovendien gemakkelijker om gesproken feedback te geven wanneer het over verbanden en inzichten gaat. Ik merk bij mezelf dat feedback neerschrijven bij complexere items vaak tijdrovend is. Leerlingen kunnen spraakmemo’s overigens zo vaak ze willen herbeluisteren, of pauzeren tijdens het beluisteren.

Hoe maak ik een goede spraakmemo?

Er zijn verschillende manieren om gesproken feedback te geven. Ik bespreek er hier vier:

  • Opname met een app: Vrijwel op elke smartphone staat een app waarmee je geluidsopnames kunt maken. Je kunt de opnames dan als bijlage versturen via een mail of een bericht in Smartschool, bijvoorbeeld. Let op: je opname zal dan mogelijk niet bewaard blijven. Je kunt de opname ook als bijlage toevoegen bij geüploade taken in de digitale leeromgeving, op deze manier blijft de feedback samen met de ingediende taak.
  • Online spraakopname: Met een tool als Vocaroo kun je snel in een browser een geluidsopname maken (als je microfoon werkt, uiteraard). Na de opname kun je de feedback zelf beluisteren en een link kopiëren die je aan de leerling kunt bezorgen. Je kunt de link dan bijvoorbeeld in het document van de leerling plakken, of zelfs als commentaar in het puntenboek (in een leeromgeving als Smartschool betekent dit dan bijvoorbeeld ook ouders toegang zullen hebben tot het bestand). Let bij online spraakopnames wel op voor privacygevoelige gegevens, de opnames worden immers online bewaard en zijn toegankelijk voor iedereen met de link.
  • Een filmpje maken: Een zeer efficiënte werkvorm is het filmen van een op papier gemaakte aantekening. Wanneer je aan een leerling feedback wil geven over de te volgen stappen bij het maken van bijvoorbeeld een wiskundeoefening, kun je jezelf (zonder daarbij noodzakelijk in beeld te zijn) filmen terwijl je de uitleg doet. Bij fouten die regelmatig voorkomen, kun je zo enige tijd besparen en de leerling zelf toch heel gericht verder helpen. De leerling kan immers je filmpje pauzeren of opnieuw bekijken.
  • Speciale tools: verschillende tools die in onderwijscontext gebruikt worden om feedback te geven, kunnen je ook inzetten om met audiofeedback aan de slag te gaan. Ik denk hierbij aan Kaizena, Screencastify en Goobric, maar er ontbreken hier ongetwijfeld nog tools in het rijtje.

Tips om aan de slag te gaan

Wil je het idee een kans geven? Let dan nog op de volgende zaken:

  • Denk vooraf goed na over de manier waarop je de opname met de leerling zal delen. Zorg ervoor dat je een bestandsformaat kiest dat gemakkelijk afspeelbaar is, indien je de keuze krijgt (.mp3, bijvoorbeeld).
  • Benoem tijdens de opname je handelingen. De leerling moet goed weten waar je feedback over gaat. Benoem waar je bent in het document, wat je ziet en opmerkt. Expliciteer. De leerling kijkt immers niet noodzakelijk door dezelfde bril… Vraag leerlingen ook om oefeningen of antwoorden te nummeren, of een paginanummer toe te voegen aan een taak of PowerPoint. Op deze manier kun je gemakkelijk naar de juiste pagina verwijzen.
  • Vraag nadien aan de leerlingen hoe zij deze aanpak ervaren hebben. Ze zullen immers niet zo vaak feedback krijgen via een audio-opname. Hun tips kunnen je helpen om je werkwijze te verbeteren.

Wil je meer weten over feedback en nog meerdere werkvormen verkennen? In de podcast ‘Buiten de Krijtlijnen’ had  ik een gesprek met Rinke Vanhoeck over het geven van feedback. Je kunt de podcast beluisteren via de onderstaande link, op iTunes of via Soundcloud:

Meer info?

De onuitputtelijke kracht van constructieve feedback (eerdere blogpost)
Krachtige feedback in Fons (eerdere blogpost) 
Buiten de Krijtlijnen (blog en podcast door leerkracht Rinke Vanhoeck)

 

Leren met ICT – Mijn deelname aan het iTILT2-project

Vorige week ontving ik de definitieve versie van twee filmpjes die in het kader van mijn lessen gemaakt zijn voor het iTILT2-project. Dat project onderzocht het gebruik van interactieve technologieën voor taakgericht taalonderwijs (task-based language teaching).

In het eerste filmpje krijg je een beeld van een lessenreeks over Shakespeare. De leerlingen lezen een tekst, beluisteren korte filmfragmenten, informeren elkaar over de inhoud van hun filmpje en spelen daarna een Kahoot!-quiz. De laatste fase is een korte spreekoefening: de leerlingen geven op basis van de verworven kennis aan of ze Shakespeare nog relevant vinden anno 2017.

itilt2
Filmpje over lessenreeks rond Shakespeare

Het tweede filmpje beschrijft de virtuele uitwisseling met een school uit Missouri (VS), waarover ik eerder deze blogpost schreef.

iTILT2
Filmpje over de lessenreeks ‘Global collaboration’

De filmpjes vormen niet alleen een herinnering aan leuke lessenreeksen, ze zijn vooral een warme herinnering aan een klasgroep die ik drie jaar lang begeleidde. Dank aan het iTILT-team voor dit mooie souvenir!

De website van iTILT2 bevat nog heel wat andere lesideeën om met technologie aan de slag te gaan tijdens taallessen en is dus een absolute aanrader!

Meer info?

Leren met ICT – Google reverse image search

Ik was net bezig aan lesmateriaal rond mediawijsheid toen ik voor de zoveelste keer vandaag een haai in de straten van Houston in mijn Twitterfeed zag verschijnen.

Een snelle zoektocht met Google reverse image search bevestigde mijn vermoeden dat het om een hoax ging. De resultaten tonen meteen dat de afbeelding al jarenlang op het internet circuleert:

Google reverse image search
Google reverse image search

Een reverse image search doe je door een afbeelding te slepen naar Google Images. Wanneer je in Google Images op het icoontje in de vorm van een camera klikt, kun je ook een afbeelding uploaden, of de link naar een afbeelding gebruiken om de zoekopdracht te starten. Google zoekt dan naar gelijkaardige afbeeldingen op het internet. In een handomdraai heb je zo meer informatie over de herkomst van een afbeelding.

Kortom: een snelle en handige truc die nog onvoldoende gekend is, ik vind het wel een lesje mediawijsheid waard!

Meer info?

Gerelateerde afbeeldingen zoeken op basis van afbeelding (Handleiding Google Zoeken)

Leren met ICT – Een site rond feedback geven in de nieuwe Google Sites

Een van mijn eerste blogposts ging over de kracht van feedback. Op dit moment bereid ik de lessenreeks voor die ik in deze blogpost beschrijf. Op basis van het materiaal van vorig jaar bouwde ik met de nieuwe (nuja) Google Sites een eenvoudige website rond het geven van feedback. Je vindt er tips en voorbeelden van feedback van leerlingen.

Feedback geven in de nieuwe Google Sites
‘Feedback geven’ gemaakt met de nieuwe Google Sites

De ‘nieuwe’ Google Sites

Dit is mijn derde site in de (nu al niet meer zo) nieuwe versie van Google Sites. Eerder maakte ik een website over het schrijven van een formele e-mail en eentje rond het gebruik van het-woorden. Sinds de lancering in november 2016 zijn er nog maar enkele opties toegevoegd. Blijkbaar zou de nieuwe versie tijdens de komende maanden verder aangevuld worden met de mogelijkheden van de oude Google Sites (die uiteindelijk zou verdwijnen).

Opties in de nieuwe Google Sites
Opties in de nieuwe Google Sites

Ik ben helemaal fan van de manier waarop je in deze nieuwe versie een site kunt bouwen. De lay-out is eenvoudig en zelfs een leek slaagt erin om binnen de vijf minuten een website online te krijgen. Het feit dat je in de nieuwe Google Sites in een handomdraai documenten uit je Drive integreert, lijkt me heel veel mogelijkheden te bieden voor het onderwijs. Een Google Site wordt zo al snel een elektronisch portfolio waarin leerlingen hun werk op een eigentijdse manier kunnen tonen.

De sites die je maakt, kun je eenvoudigweg terugvinden in je Google Drive (zie afbeelding onder). Voorlopig lukt het om technische redenen helaas nog niet om een site te kopiëren binnen Google Drive. Zodra dit mogelijk wordt, zou je bijvoorbeeld een sjabloonwebsite kunnen maken voor een portfolio en die met je leerlingen kunnen delen via Google Classroom. Zo kunnen ze allemaal met een zelfde type website starten aan hun portfolio.

Google Sites in Google Drive

Een site over feedback geven?

Je vraagt je misschien af waarom ik een site wou maken over feedback geven? Formatieve evaluatie staat of valt bij de kwaliteit van de feedback die gegeven wordt. Vaak is dit feedback van de leerkracht, maar soms is het erg waardevol om leerlingen aan elkaar feedback te laten geven. Het is  als leerkracht bovendien erg leerrijk om feedback te krijgen van je leerlingen.

Feedback geven is een vaardigheid die je kunt leren. Wanneer ik leerlingen in september vraag wat ze van een opdracht van een andere leerling vinden, krijg ik vaak vage en ietwat gemakzuchtige antwoorden:

‘Ik vond het goed, mevrouw.’

Tijdens het schooljaar probeer ik te bouwen aan een klimaat waarin leerlingen op een veilige manier feedback kunnen geven aan elkaar. Dit is niet in elke groep even eenvoudig, maar met enige inspanning lukt het toch om grote stappen te zetten.

Ik vind het zinvol om leerlingen voorbeelden te tonen van goede feedback. Op de website heb ik ook opmerkingen verzameld die ik vaak lees of hoor, maar die ik te vaag of te onpersoonlijk vind.

‘Wat kon er beter?’ (vraag leerkracht)

‘Taalfouten in presentatie’ (antwoord leerling – peerfeedback)

Een leerling kan enkel leren uit de feedback als de fouten benoemd worden en hij informatie krijgt over het effect op de toehoorder of de lezer:

‘Jammer genoeg stonden er in je presentatie enkele vermijdbare spelfouten (‘word’ i.p.v. ‘woord’, …). Ik denk dat dit slordig overkomt.’

Verder voegde ik nog het filmpje toe over Austin’s Butterfly (als je dit nog niet kent, het staat onderaan de hoofdpagina en geeft mooi de kracht van feedback weer) en een beperkt schrijfkader over het schrijven van een ik-boodschap om leerlingen te stimuleren om te variëren in zinsbouw, ook wanneer ze feedback geven aan elkaar.

Ik had de informatie ook kunnen aanbieden op papier, of via een Google Doc. Ik had de informatie initieel ook opgelijst in een Google Doc. Het voordeel van een site is dat die overal toegankelijk is, en vooral ook op alle devices bekeken kan worden. Dat vind ik nog een van de sterktes van de nieuwe Google Sites: de inhoud wordt mooi aangepast aan je device.

Google Sites op je telefoon
Google Sites op je telefoon

Heb jij de nieuwe Google Sites ook al geprobeerd? Ik hoor het graag!

Meer info?

Tip! DMaterial Iconse icons die ik op de bovenstaande sites gebruik, zijn te vinden op de website van Material Icons. Deze geweldige database met icoontjes is vrij te gebruiken. Love & kudos!