Leesvaardigheid in het Engels trainen met CommonLit

Leerkrachten Engels kunnen terugvallen op heel wat online lesmaterialen bij het voorbereiden van hun lessen. Het is één van de redenen waarom ik zelf nooit vragende partij was om voor het vak Engels een handboek of methode te gebruiken, zeker niet in het zesde jaar secundair onderwijs, waarin leerlingen toch voorbereid zouden moeten worden om het Engels zowel actief als passief in authentieke contexten zelfstandig te kunnen gebruiken. De voorbije jaren verdiepte ik me dus regelmatig in tools en websites die op het internet beschikbaar zijn.

Commonlit

Een van de tools die ik zelf het meesr waardevol vond om tijdens mijn lessen Engels te gebruiken, is CommonLit. Het is een online platform met teksten in het Engels (en het Spaans) over een breed gamma aan onderwerpen. De database bevat zowel zakelijke als literaire teksten en categoriseert teksten ook op basis van lexicale complexiteit, genre en onderwerp.

Een tekst zoeken op basis van een thema of leesniveau

Via Commonlit kun je als leerkracht eenvoudig leesvaardigheid trainen en testen. Als je de tool op een computer laat gebruiken, biedt de website de mogelijkheid om inhoudsvragen te beantwoorden tijdens het lezen. Leerlingen kunnen ook een woordenboek gebruiken en zelf aantekeningen maken bij de tekst. Leerkrachten kunnen de aantekeningen van hun leerlingen ook lezen en er feedback op geven.

Een tekst selecteren en als opdracht aanbieden via Commonlit

Na het lezen krijgen de leerlingen enkele meerkeuzevragen op structurerend en beoordelend niveau, waarbij leerlingen bijvoorbeeld verbanden tussen alinea’s moeten benoemen en moeten kunnen aantonen welke alinea’s of woorden hun antwoord op deze vragen staven.

De meerkeuzevragen worden automatisch verbeterd. Als leerkracht krijg je meteen een overzicht van de antwoorden van alle leerlingen. Via een kleurencode kun je al snel bepalen welke vragen moeilijk waren voor de hele groep.

Overzicht resultaten meerkeuzevragen en open vragen in CommonLit

Bij elke tekst zijn daarnaast ook twee open vragen voorzien. Leerkrachten kunnen deze vragen efficiënt (en zelfs geanonimiseerd) verbeteren en van feedback voorzien. Voor de open vragen wordt ook een modelantwoord voorzien.

Je kunt deze leesvaardigheidstesten niet alleen op de computer laten maken, maar de teksten (inclusief de vragen) en de verbetersleutels ook downloaden als pdf, zodat je de leerlingen ook op papier kunt laten werken.

Modelantwoord en anonieme verbetermodus voor open vragen in CommonLit

Meer dan een database van teksten

CommonLit is meer dan een database van teksten met vragen. Je kunt er als leerkracht een hele les(senreeks) mee opbouwen. Voor elke tekst zijn er paired texts voorzien, teksten die handelen over een zelfde onderwerp en die als remediërings- of uitbreidingsmateriaal gebruikt kunnen worden.

Bovendien zijn er ook discussievragen op beoordelend niveau voorzien. Deze vragen lenen zich vaak uitstekend voor een gespreksoefening in de klas. Onder Related media vind je bovendien voor de meeste teksten videofragmenten terug waarmee je het onderwerp of de auteur van de tekst kunt inleiden. Al deze materialen zijn vrij op het internet beschikbaar en kunnen dus door leerlingen ook zelfstandig (op afstand) verwerkt worden.

Bij elke tekst op CommonLit vind je filmpjes om het onderwerp of de auteur van de tekst mee in te leiden

Wanneer je één tekst kiest op Commonlit, kun je dus werken aan de vier verschillende vaardigheden. In een volgende blogpost leg ik je uit hoe ik met een vorm van peerfeedback werkte rond schrijfvaardigheid bij een van de teksten die ik vond op CommonLit.

Gratis

Het gebruik van de tool is gratis voor leerkrachten en leerlingen, je moet als leerkracht mogelijk alleen contact nemen met de beheerders van Commonlit om je schooldomein te registreren. Commonlit kan gemakkelijk geïntegreerd worden in Google Classroom, maar het je kunt ook via de tool zelf leerlingen uitnodigen met een klascode.

We staan momenteel opnieuw voor een periode van afstandsonderwijs. CommonLit is bij uitstek geschikt om in een tweede en derde graad secundair onderwijs te gebruiken om leerlingen zelfstandig thuis aan de slag te zetten. Het loont dus de moeite om de mogelijkheden van deze tool te verkennen. Veel succes tijdens de komende weken!

Meer info?

Website CommonLit
Video: CommonLit uitgelegd in 3 minuten

Maak jij een backup van de digitale media die je in je lessen gebruikt?

Al enkele jaren op rij werk in in mijn lessen Nederlands in de derde graad aso rond de poëzie van Leonard Nolens. De keuze voor de auteurs die ik behandel tijdens mijn lessen ligt niet vast, maar het werk van Nolens blijft beklijven en daarom laat ik het vooralsnog niet los.

Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen

De lessenreeks over het werk van Nolens bouwde ik tot voor kort rond een bekroond interview door Ruth Joos uit 2011. Hoewel het fragment ondertussen al bijna acht jaar oud is, herinner ik me nog perfect het moment waarop ik het voor het eerst beluisterde. Ik kwam in mijn auto op een druk moment, zette de radio aan en hoorde een moment van stilte. Pas na enige tijd werd me duidelijk dat deze stilte deel uitmaakte van een interview. Nolens verwoordt (met veel moeite) dat hij niet thuishoort in deze maatschappij, dat niets ooit af geraakt, dat hij getrouwd is, kinderen heeft, maar niet in staat was om een gewoon beroep uit te oefenen. Ik werd erg geraakt door het contrast tussen de manier waarop de dichter over zijn werk praatte en de manier waarop hij zijn werk voordroeg. Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen is een gedicht dat ik sindsdien in gedachten wel eens meedraag als moeder.

Pas toen ik later in het kader van mijn lesopdracht een opdracht maakte rond poëzie, dacht ik terug aan dit interview. Het stond gelukkig nog integraal online en ik maakte er enkele jaren op rij dankbaar gebruik van. Voor leerlingen vormde dit interview altijd een heel bevreemdende ervaring: de traagheid, het openlijk benoemen van het falen en het eeuwige onafgewerkte. De Weltschmerz op de schouders van de auteur.

Onvindbaar

Hoewel ik uit veiligheidsredenen meestal een persoonlijke kopie maak van de mediabestanden die ik in mijn lessen gebruik om ervoor te zorgen dat ik door een falende internetverbinding niet met lege handen voor de klas moet staan, lukte het mij niet om dit interview in mijn eigen archief op te slaan.

Toen ik in de voorbereiding naar de lessenreeks vorig jaar op zoek ging naar het interview, bleek het onvindbaar. Een collega vond het fragment gelukkig nog terug op de oude archiefsite van Cobra.be zodat ik er uiteindelijk nog wel in slaagde om de les te geven zoals ik dat voorheen gedaan had. Ik weet niet hoe dit bij andere leerkrachten zit, maar nadat ik de les gegeven had, was de voldoening zo groot dat de bekommenis om de onvindbaarheid van het lesmateriaal helemaal verdwenen was. Tot ik … me dit schooljaar me begon voor te bereiden op de poëzieweek. Ik moest ontsteld vaststellen dat de archiefsite van Cobra volledig verdwenen was.

Gelukkig waren er online nog wel veel verwijzingen te vinden naar het interview. Via krantenartikels kon ik de boodschap van Nolens nog wel reconstrueren. Toch had het audiofragment een duidelijke meerwaarde die ik graag in mijn lessen wilde behouden.  Eind januari stelde ik daarom via de Facebookpagina van Het Archief voor Onderwijs de vraag of het interview ook beschikbaar kon gemaakt worden op het Archief. Ik maak regelmatig gebruik van beeldmateriaal op het Archief, maar had zelf nog nooit een aanvraag gedaan om materiaal online te plaatsen. Ik wist bovendien niet of radiobestanden ook aan het archief toegevoegd konden worden. Nog de dag zelf kreeg ik de bevestiging dat de aanvraag gebeurd was en dat ik een drietal weken geduld zou moeten hebben voor het materiaal beschikbaar zou zijn. Vorige week ontving ik een berichtje met het heuglijke nieuws dat het interview (met een samenvatting) beschikbaar was.

Backup

Deze ervaring deed me nog maar eens beseffen dat het belangrijk is om een backup te hebben van het digitale lesmateriaal dat ik in mijn lessen gebruik. Leermiddelen die door anderen online beschikbaar gemaakt werden zijn gevoelig voor verandering en vluchtig: ze kunnen gewijzigd of volledig verwijderd worden.  Ook voor andere lesmaterialen die ik regelmatig gebruik zal ik daarom indien nodig vanaf nu een aanvraag doen bij het Archief voor Onderwijs. Op deze manier is het materiaal immers niet alleen voor mij, maar voor alle leerkrachten beschikbaar. De aanvraag kostte niet veel tijd (een kort berichtje via Facebook volstond) en het contact via de Facebookpagina was bovendien erg persoonlijk. Ik wil dus zeker ook het team van het Archief danken voor deze fantastische dienstverlening!

Hoe ga jij om met de vluchtigheid van media en materialen die je op het internet vindt en in je lessen wil gebruiken? Maak jij een digitale backup? Kende je het Archief voor Onderwijs al? Heb jij nog tips rond mediawijsheid die bij dit thema aansluiten? Ik hoor het graag!

Meer info?

Hardopdenkend lezen

Hardopdenkend lezen. Deze twee woorden uit de blogpost van Martin Bootsma rond lezen in de klas deden me plots beseffen waarom ik zo enthousiast was over een werkvorm die ik recent opnieuw heb uitgeprobeerd bij het bespreken van literatuur in de klas. En dus besloot ik er deze blogpost over te schrijven.

Klassikaal hetzelfde boek lezen

Op de school waar ik werk was het lange tijd de gewoonte om klassikaal hetzelfde boek te lezen. Leerlingen lazen een boek thuis tegen een vooropgestelde datum, nadien werd het boek in de klas besproken. Vaak werden voor deze boeken de Boektoppers of Lijsters gebruikt. Hoewel ik de keuze van deze boekpakketten vaak kan smaken (dit jaar bestaat de selectie van de Boektoppers voor de derde graad bijvoorbeeld uit onder meer Woesten van Kris Van Steenbergen en Geachte heer M. van Herman Koch), merk ik dat het opgelegd lezen van 4 of 5 boeken per jaar bij vele leerlingen niet werkt. De klassikale bespreking nadien miste daardoor vaak de rijkdom die ik van zo een bespreking verwachtte.

Ik had er helemaal moeite mee dat er na het lezen van het boek vaak een toets over de inhoud gedaan werd. Uiteraard willen we als leerkracht weten of leerlingen de boeken gelezen hebben die ze beweren gelezen te hebben, maar er zijn volgens mij andere manieren om dit te doen dan met een kennistoets. Het gevoel dat ik heb bij deze testen valt nog het beste samen te vatten met deze anekdotische tweet van John Green. Een vergelijkbaar verhaal vind je hier.

Vrije keuze

Om verschillende redenen besloten we vorig jaar van de traditie af te wijken en leerlingen zelf meer keuzevrijheid te geven bij het lezen. Over het algemeen was dat voor mij een erg positieve ervaring. Ik had een eigen leeslijst opgemaakt op basis van een literatuurlijst van de Bibliotheek van Brugge en vele leerlingen maakten dankbaar gebruik van deze lijst om hun literaire horizonten te verbreden.

Toch waren er ook nadelen aan verbonden: hoe zorg je ervoor dat je in de klas nog voldoende rond de ontwikkeling van literaire competentie kunt werken wanneer iedereen een ander boek leest? Hoe ‘controleer’ je als leerkracht wie welk boek gelezen heeft en of dat boek op een voldoende wijze verwerkt is? Welke opdrachten verbind je aan het lezen van de boeken? Welke leerplandoelen worden bereikt via deze opdrachten?

De meeste lesmethodes Nederlands behandelen wel literatuur, maar omdat ze noodgedwongen moeten werken met korte fragmenten, vind ik dat ze onvoldoende diepgang brengen om echt te werken rond de ontwikkeling van literaire competentie. Heel wat leerlingen kennen bijvoorbeeld de definitie van een alwetende verteller of een retardering, maar wanneer ze deze begrippen moeten toepassen op een ongeziene tekst, blijkt dat dit vaak minder gemakkelijk is dan zij denken. Ik zocht dus naar een andere oplossing.

Tussenoplossing

Ik werkte de voorbije twee jaar daarom met een tussenoplossing. De leerlingen lezen een aantal boeken op basis van een leeslijst, en we lezen ten minste één boek klassikaal. De bespreking van het boek dat we klassikaal lazen, greep ik aan om gericht te werken rond literaire competentie.

Om dat te doen, vind ik het belangrijk om in te gaan op voorspellend lezen en het leesgedrag van leerlingen te modelleren tijdens het lezen. Dat is net wat je ook wil bereikend door hardopdenkend te lezen. Wanneer we voorlezen voor kleuters en jonge kinderen, zullen we vrijwel spontaan onze gedachten bij wat er geschreven staat expliciteren:

Wat gebeurt er hier? Waarom doet X dit? Is dat normaal? Wat vind je daarvan? Wat denk je dat er nu zal gebeuren?

Deze technieken kunnen we ook toepassen wanneer we werken rond literaire competentie bij jongeren. Bijvoorbeeld door gefaseerd te lezen. In de volgende paragrafen beschrijf ik hoe ik te werk ging bij het lezen van De Japanse minnaar  van Isabel Allende.

Gefaseerd lezen

Hoe ging ik nu aan de slag met de klassikale boekopdracht? Leerlingen kregen niet de opdracht om het hele boek te lezen tegen een bepaalde datum, maar om het boek gefaseerd te lezen. Bij het laatste boek dat ik op deze manier klassikaal las, De Japanse minnaar van Isabel Allende, deelden we het boek op in 4 delen van ongeveer 80 pagina’s.

Dit lijkt evidenter dan het is. Sommige leerlingen hebben meer leeskilometers op hun teller staan en staan weigerachtig tegenover het idee dat ze niet verder mogen lezen dan een bepaalde pagina. Andere leerlingen geraakten in paniek bij het horen van het opgegeven aantal pagina’s.

85 pagina’s?! Dat haal ik nooit tegen volgende week!

Nu ik de werkvorm al meermaals uitgetest heb, kan ik flexibeler omgaan met deze uitersten. Het doel is om tijdens het lezen van het verhaal op verschillende momenten stil te staan bij de opbouw en de structuur van het verhaal, zonder voorkennis te hebben over het verdere verloop van het verhaal. Snellere lezers probeer ik uit te dagen door trager en diepgaander te lezen. Tragere lezers geef ik de kans om bij te benen op hun eigen tempo.

Wat betekende dit nu concreet voor De Japanse minnaar? Leerlingen kregen per deel een aantal verwerkingsvragen mee. Voor het eerste deel waren dat de vragen:

Schrijf 1 zin neer die je opvalt (in positieve of negatieve zin).

Welke vragen worden opgeroepen in het begin van het verhaal (spanningsopbouw)?

In de volgend delen liet ik de leerlingen nog voorbeelden zoeken van beeldspraak, gingen we op zoek naar kenmerken van het magisch realisme en bespraken we de vragen die door het verhaalverloop werden opgeroepen. Op het einde van de roman wilde ik dat de leerlingen een link legden tussen de auteur en het werk en de stroming (in dit geval het magisch realisme).

Ik was zelf erg blij met deze manier van verwerken. Het zorgde er bijvoorbeeld voor dat we samen stil konden staan bij de soms erg subtiele kenmerken van het magisch realisme. De gekozen zinnen en voorbeelden van beeldspraak werden gebruikt om hardopdenkend te lezen in de les. Door gedachten en vragen te modelleren, krijgen leerlingen die weinig leeservaring hebben een duidelijker beeld van wat er begrepen wordt onder het abstracte begrip literaire competentie.

Aandachtspunten?

Het is belangrijk dat je als lesgever zelf niet vooroploopt en geen informatie geeft die de leerlingen nog niet hebben. Tijdens mijn eerste ervaring met deze werkvorm gaf ik onbedoeld een spoiler weg tijdens de les. Daarom heb ik beslist om op hetzelfde tempo als de leerlingen mee te lezen. Het feit dat ik de boeken zelf al minstens een keer heb gelezen, zorgt ervoor dat ik tijdens de analyse dieper kan ingaan op verhaalelementen die bij een eerste lezing mogelijk te weinig aandacht krijgen.

Sommige leerlingen halen de vooropgestelde planning niet. Het is belangrijk om vooraf na te denken over hoe je dit zal aanpakken.

Een boek gefaseerd lezen vergt een zeer goede planningDit beschouw ik zelf als mijn grootste werkpunt. Tijdens de laatste lezing van De Japanse minnaar had ik geen tijd meer om de afrondende bespreking nog voor de vakantie in te plannen. Het zorgt ervoor dat ik een volgende keer nog zorgvuldiger zal nadenken over de planning van de momenten waarop we het boek bespreken.

Andere ideeën?

Bekijk zeker het filmpje van leerkracht Rick dat in de blogpost van Martin wordt vermeld.  We willen allemaal kinderen en jongeren warm maken voor lezen en literatuur. Door een eenvoudige strategie als hardopdenkend lezen in de klas te gebruiken, reiken we leerlingen via modellering het kader aan dat ze nodig hebben om over literatuur na te denken.

Ik ben erg benieuwd hoe jullie werken rond literaire competentie. Ik ben ondertussen nog bezig aan een blogpost over lezen in groep naar aanleiding van de MOOC Teaching EFL/ESL Reading: A Task Based Approach die ik dit jaar volgde en die me inspiratie bezorgde om tijdens de lessen Nederlands en Engels nog meer in te zetten op lezen.

feedback

Meer weten?

Volg Martin Bootsma op Twitter.
Teaching EFL/ESL Reading: A Task-Based Approach  (Coursera MOOC)

Delenswaardig: Praten over romanfragmenten

Soms voelen leerkrachten de nood om zelf aan de slag te gaan. Wanneer methodes niet (meer) voldoen, wanneer de actualiteit zich opdringt, wanneer een idee plots concreet vorm krijgt. Bottom-up.

Zo moet het ook gegaan zijn bij de werkgroep Praten over romanfragmenten, een prachtig initiatief rond literatuuronderwijs van Hans Goosen. Het project siert in eenvoud: een groep docenten ontwikkelde zelf lesmateriaal rond enkele recente Nederlandstalige romanfragmenten (allemaal geschreven na 2000). Zij gingen daarvoor zelf in gesprek met auteurs en uitgeverijen om toestemming te krijgen om de fragmenten op de website te gebruiken. En ze ontwikkelden bij elk fragment bijhorend lesmateriaal, zodat leerkrachten in de klas aan de slag kunnen met recente gerenommeerde literatuur van eigen bodem.

De lijst bevat bovendien niet alleen Nederlandse auteurs, maar ook Vlaamse, en is ook in dat opzicht wat mij betreft lovenswaardig: je vindt er niet alleen Tommy Wieringa en Herman Koch, maar ook Lize Spit, Stefan Brijs en Griet Op de Beeck.  Ik ga binnenkort alvast praten over romanfragmenten. Nu nog kiezen over welke…

Meer info?

http://pratenoverromanfragmenten.nl/